"Pandjesbaas in Amsterdam"
gepubliceerd in HP de Tijd, 22 augustus 2008
Na de wallen gaat Amsterdam nu
ook het Damrak schoonvegen. Als eerste heeft de gemeente alle
vergunningen van horeca-tycoon Asaf Barazani ingetrokken. Barazani laat
zich waarschijnlijk voor een record bedrag uitkopen, maar is nog lang
niet klaar met het Damrak. Een portret van een omstreden
ondernemer.
Zijn naam prijkt in gouden letters op een visitekaartje van geschept
papier, maar verder is Asaf Barazani heel gewoon gebleven. De
horeca-tycoon loopt over het winterse Damrak in spijkerbroek en casual
overhemd en keuvelt met de bouwvakkers die zijn panden renoveren. Als
hij zin heeft klust de 51-jarige Israeli zelf een paar uurtjes mee. Hij
is klein van stuk, een joviale self made man die een businessplan maakt
op de achterkant van een bierviltje. Barazani is een grote speler op
het Damrak maar prefereert kroketten boven kaviaar en klatergoud.
Is de man losjes, de lokatie van zijn kantoor is
ronduit louche. Damrak 53 ligt verscholen aan het eind van een naar pis
stinkend steegje, tussen rolluiken, rode lampen, een vaag restaurant en
een massagesalon. “Barazani Group” staat er op de deur.
“Ik heb dit pand ooit van Bertus Lüske gekocht”, zegt
Barazani: “Lüske was een goede vriend, al had hij soms zijn
buien.”
Vastgoedmagnaat Lüske werd in 2003 op de
Amsterdamse Middenweg vermoord, de eerste in een lange reeks
afrekeningen in het vastgoedmilieu. Maar Asaf Barazani loopt zonder
lijfwachten door Amsterdam. “Volgens mij is Lüske aan kanker
gestorven. Dat heeft zijn weduwe me verteld. Ik geloof niet wat de
kranten schrijven”, zegt Barazani. Ook over hemzelf worden
volgens Barazani al jaren leugens geschreven. Ter illustratie typt hij
zijn naam in in Google. De meeste hits gaan over de
“koosjere mafia”, afpersen en andere kwade zaken. “Ik
heb een advocaat gevraagd om dat weg te laten halen”, zegt hij:
“Maar je krijgt het niet weg.”
Hij legt een stapel ordners op zijn bureau en bladert door het
justitie-dossier: “Ze dachten dat ik te maken had met XTC-smokkel
en witwas praktijken”, zegt hij. Het lijkt alsof hij er een
beetje trots op is.
Het is dan januari 2008. Een maand eerder heeft het
Amsterdamse stadsbestuur het veelbesproken plan 1012 gepresenteerd. De
binnenstad zal worden gezuiverd van criminele ondernemers. Wethouder
Lodewijk Asscher laat er geen gras over groeien. Pornobaas Charles
Geerts is voor miljoenen uitgekocht, prostitutieramen worden
omgetoverd tot modeateliers en Casa Rosso en Yab Yum moeten de deuren
sluiten. Maar terwijl in de rosse buurt de ene na de andere actiegroep
wordt opgericht, heeft Barazani op dat moment nog nooit van het
omstreden offensief gehoord. “Wil de gemeente de rosse buurt
opschonen? Goed dat ze de criminelen aanpakken”, zegt hij.
Totdat hij het plan zelf ziet op de website van de
gemeente denkt hij dat het over het zoveelste proefballonnetje
gaat. Barazani spreekt slecht Nederlands en heeft geen tijd voor
kranten of TV. Het is ook nieuw voor hem dat de gemeente heeft
aangekondigd na de wallen ook het Damrak, de Dam en het Rokin te willen
opschonen. Daar zouden wisselkantoren en horeca fungeren als dekmantel
voor het witwassen van drugsgeld. Verder ergert de gemeente zich al
jaren aan de verkrotting, de fastfood en neonreclames. Het Damrak moet
weer chique worden. Geen witwasstraat of tourist trap maar een
mooie rode loper naar de historische binnenstad. Als de plannen
doorgaan zullen grote, internationale investeerders de straat overnemen
van dubieuze pandjesbazen, zoals Asaf Barazani die op dat moment tien
panden op het Damrak bezit. “Ik weet van niets”, zegt
Barazani: “Ik heb geen enkel probleem met de gemeente.”
Asaf
Barazani kwam dertig jaar geleden vanuit Israel naar Nederland. Hij
trouwde met een Nederlandse vrouw, Francisca Brandjes, en kreeg
hier kinderen. Ze begonnen bescheiden met een pizzeria in Leiden, maar
vanaf het begin van de jaren negentig kocht Asaf het ene pand na het
andere op het verloederde Damrak. “Hij wilde zijn familie
helpen”, vertelt Francisca: “Het ging toen slecht in Israel
en zijn broers en hun kinderen klopten bij hem aan voor werk.
Buitenlanders komen hier moeilijk aan de bak. Daarom kocht hij
hotels en restaurants. Onze familie is goed in de horeca.”
Asaf: “In Israel kun je niets opbouwen. Er valt een bom en je zaak is naar de knoppen.”
Hij vertelt hoe hij jarenlang met de politie
bezig is om de junks, drugsdealers en zakkenrollers de straat uit te
jagen. “Het Damrak is er sinds ik hier ben heel erg op
vooruitgegaan”, concludeert hij.
Maar daar denkt niet iedereen zo over. In 2001 deed
de belastingdienst een grote inval in de hotels van de familie. Admon,
de oudere broer van Asaf die verantwoordelijk is voor de exploitatie
van de meeste horeca, betaalde uiteindelijk bijna een half miljoen euro
aan boetes en achterstallige premies. “Van die zaak hebben we
geleerd”, zegt Asaf Barazani: “We zijn sindsdien heel
precies met de boekhouding en de belastingen.”
Maar drie jaar later, op 11 april 2004 werd de
Israeli Gonen Segev op Schiphol betrapt met een verlopen diplomatiek
paspoort en 32.000 XTC pillen in zijn handbagage. Volgens de aan lager
wal geraakte oud-minister ging het om chocolade snoepjes,
M&M´s. “Mister M&M”, zoals de
Israelische kranten hem sinds zijn uitlevering noemen, stond
ingeschreven in een van de hotels van zijn vriend Barazani. Daarom
opende justitie opnieuw een onderzoek naar de familie. Ze keken naar
drugshandel, maar ook naar belastingfraude en witwassen.
Wat heeft Barazani met foute vrienden als
Lüske, Charles Geerts en Segev? “Segev was een oud-minister,
een gerespecteerd man”, zegt hij: “Hoe kon ik weten dat hij
in de drugs zat? Met drugs wil ik niets te maken hebben.”
Gealarmeerd door de affaire Segev deed Justitie een
grootschalige inval in de zes hotels en vele restaurants van de familie
op het Damrak. Drie familieleden zaten zelfs een paar weken in
voorarrest. De in beslag genomen administratie en kassabonnen werden
minutieus uitgeplozen. Maar nu, bijna vier jaar later, leert inzage in
het strafdossier dat het onderzoek weinig heeft opgeleverd. De
verdenking van drugshandel is al snel opgegeven. De
Barazani´s blijken geen hecht mafia syndicaat. Het dossier
geeft een beeld van een hardwerkende, no nonsense middenstandsfamilie.
Ze nemen veel risico en hebben een hekel aan regeltjes en bureaucratie.
De familieleden liggen ook regelmatig met elkaar overhoop.
Justitie is snel klaar met het ontrafelen van de
BV´s van de familie. Achter de “Barazani Group”,
eigenaar van alle panden, gaan geen onderwereldconnecties of
ondoorzichtige constructies schuil. Enige aandeelhouders zijn Asaf en
zijn vrouw die, terwijl de huizenprijzen stegen, met de
overwaarde van hun hotels en restaurants makkelijk nieuwe panden
konden kopen.
De enige verdenking die in het dossier blijft staan is
belastingontduiking. De politie observeerde, zo blijkt uit processen
verbaal, hoe een familielid een paar keer naar een bank in Luxemburg
reed met een tas met bankbiljetten. “We hebben familie in
Luxemburg”, zegt Franscisca: “En daarbij: Het geld uit de
kassa is ons geld.”
Het lijkt een routineklus voor de belastingdienst.
Toch sleept het strafonderzoek zich nu al vier jaar voort en
werpt een schaduw over de familie. Het gerechtelijk vooronderzoek is al
in december 2007 afgesloten, maar justitie weet nog niet of de zaak
geseponeerd wordt of alsnog voor de rechter komt. Een woordvoerder
meldt dat ze wachten nog steeds op bankgegevens uit Luxemburg.
“Ik wil die zaak de wereld uit hebben”, zucht Asaf:
“Ik ben onschuldig en ik wil verder.”
In februari gaan de Barazani´s voor een korte vakantie naar
Israel. “Al die onzekerheid en het gedoe vreten aan mijn
man”, vertelt Francisca: “Hij is de afgelopen jaren grijs
geworden. Vandaag heeft hij een goede dag maar soms is hij moedeloos en
depressief.”
“Ik hou van Amsterdam”, zegt Asaf: “Ik wil hier gewoon blijven. Waarom doet iedereen zo moeilijk?”
Begin maart zit hij weer op zijn kantoor. Hij hangt
ontspannen in zijn directeursstoel en vertelt dat hij de avond tevoren
een biertje heeft gedronken in een café op de Achterburgwal.
Hij is geschrokken van de heftige emoties. Nu pas dringt de ernst
van het Plan 1012 tot hem door. Op een steenworp afstand voltrekt zich
een revolutie. Het gemeentebestuur laat haar tanden zien. “Mensen
zijn woedend”, zegt hij: “Het is echt menens.”
De sexondernemers lopen te hoop tegen de omstreden
wet Bibob. Na een negatief advies van het bureau Bibob weigert de
gemeente vergunningen aan ondernemers die verdacht maar nooit
veroordeeld zijn, zoals Jan Otten, eigenaar van sextheater Casa Rosso.
Zonder vergunning moet de tent sluiten en wordt de eigenaar van het
bordeel, restaurant of café gedwongen de zaak over te doen
aan een ondernemer met een schoon blazoen.
Daarom wil Barazani nu eindelijk zijn naam zuiveren. “Niemand
vraagt mij wat”, zegt hij: “Ik ben al jaren verdacht maar
nog nooit ondervraagd door de politie of de gemeente.”
Op een ochtend in maart loopt hij naar het stadhuis
en vraagt om een onderhoud met wethouder Lodewijk Asscher. “Ik
zei tegen zijn secretaresse dat ik Barazani was. Ze was
doodsbang”, vertelt hij. Uiteindelijk stuurt de gemeente
een afgezant, die een kop koffie komt drinken in Asafs grillrestaurant
Dana, op Damrak 51. “Het was een goed gesprek over de plannen van
de gemeente. Wij hebben verteld dat wij graag meewerken aan het
opknappen en upgraden van de panden”, vertelt Francisca:
“Maar aan het einde van het gesprek zei hij dat het te laat was.
Daar schrokken we van. Wat zou die man bedoelen?”
“Hij bedoelde dat ik nu moest beginnen met
renoveren”, denkt Asaf: “Het is te laat om nog langer te
wachten.”
En dus stort hij zich met nog meer inzet op
achterstallig onderhoud en rigoureuze renovatie. Dat is hoognodig
want in zijn hotels en restaurants leven de jaren zeventig voort, met
bruine vloerbedekking en veel donker eikenhout. Op het internet klagen
gasten over ongedierte en verstopte riolering. De conditie van de
zeventiende eeuwse voorgevels valt nog wel mee. Maar aan de achterzijde
zijn de panden verkrot. Barazani laat trots een zolder zien. “De
ramen waren hier kapot, er zaten duiven en alles zat onder de
poep”, vertelt hij. Hij maakte er een mooi luxe appartement van.
Maar het uitzicht vanuit het penthouse is minder florissant: Kapotte
daken, lelijke buizen en scheve dakgoten.
Francisca vertelt dat de gemeente al een jaar
probeert hen zover te krijgen dat ze hun panden verkopen, zoals eerder
gebeurde met Charles Geerts en Bertus Lüske. Maar Asaf
ontkent dat even later. “Ik krijg zo vaak aanbiedingen, van
over de hele wereld”, meent hij: “Ik weet niet voor wie die
makelaars werken.”
Zijn advocaat B. Zegers meent dat het allemaal een
complot is van de zittende macht. Zegers (geen familie van advocaat B.
Zeegers die vorig jaar dood in bad gevonden werd nadat hij tegen
Holleeder had getuigd) is op bezoek bij zijn client om nu, begin maart,
eindelijk de eventuele gevolgen van het Plan 1012 te bespreken.
Achter de schermen wordt volgens hem het grote geld verdeeld en
eerlijke ondernemers als Barazani hebben het nakijken. Asaf zit
instemmend te knikken. “Deze man is goed ingevoerd”, zegt
hij.
Drie weken later, eind maart maken we een rondje over het Damrak.
Barazani heeft net twee nieuwe panden gekocht. Andere herenhuizen staan
in de stijgers. Van het monumentale damrak 14, verhuurd aan
gokpaleis Macau, wordt de hele gevel gerenoveerd. De funderingen onder
verschillende hotels zijn vernieuwd. De McDonalds op nummer 8 heeft een
nieuw interieur gekregen en een andere huurder van Barazani heeft boven
een souvenirwinkel een wodka-museum ingericht. “Barazani is een
machtige man en een goede man”, zegt de russische huurder.
“Als ik maar een goede man ben”, glimlacht Barazani.
Andere ondernemers uit de buurt zijn minder positief
over de inzet van de familie, ook al willen ze daarover niet geciteerd
worden. Een rondgang leert dat ze de Barazani´s te hard en
te zakelijk vinden. Voor elke investering in het straatbeeld verlangen
de Israeli´s een tegenprestatie. Minder neon-reclame? Maar dan
wel een extra drankvergunning. Hoewel ze al meer dan vijftien jaar
actief zijn in de buurt, lijken ze nog steeds vooral geinteresseerd in
de snelle winst.
De meeste ondernemers hebben trouwens hun twijfels over het Damrak
nieuwe stijl. Die twijfels deelt Barazani: “Het moet chiquer,
maar niet te chique”, vindt hij: “De gewone man wil patat
eten en dan winkelen. Hij heeft geen geld voor dure dingen.” Zelf
houdt hij ook van patat. En hij komt ondanks zijn miljoenen elke dag
met de tram naar zijn kantoor. Hij kijkt naar de Beurs van Berlage, aan
de overkant. “Zo´n cultureel centrum levert niets
op”, vindt hij: “Maak er een luxe warenhuis van, zoals de
Bijenkorf. En dan appartementen erboven. Mijn vingers jeuken”.
Ruim een maand later, begin mei wordt bekend dat de gemeente af wil van
de familie Barazani. Op basis van de wet Bibob worden alle vergunningen
ingetrokken. Barazani zit verslagen achter zijn bureau. “Ik
ben er kapot van”, zegt hij: “Ik heb nachten gehuild. Niet
gegeten. Waarom word ik zo behandeld? Ben ik een
crimineel?”
Hij laat de rest van de familie opdraven. Zijn broer Schlomo, een
verslagen man van weinig woorden die nog altijd psychische problemen
heeft door zijn voorarrest, ruim vier jaar terug. Zijn neef Lior, een
moderne manager, strak in het pak, die de meeste hotels runt. En
David, student bedrijfskunde, wiens verklaringen in het dossier te
ontwapenend en eerlijk zijn voor de jongste telg van een mafia-familie.
De nieuwe generatie Barazani´s lijkt geknipt om het imperium van
Asaf aan de eisen van de deze tijd aan te passen.
Asaf zelf is boos. “Ze willen me
vermoorden”, schreeuwt hij: “Ik wil best verkopen,
maar niet met een pistool tegen mijn hoofd”. Van de joviale
ritselaar is niets meer over.
Heeft de familie toch een duister geheim dat de gemeente niet wil
openbaren? Of geldt voor Barazani wat volgens Jan Otten en Charles
Geerts ook voor hen geldt: Eens verdacht altijd verdacht. In het
geheime rapport dat het bureau Bibob over de familie schreef, wordt
geen woord besteed aan mafia of witwassen. Voor het rapport van ruim
vijftig pagina´s is gebruik gemaakt van alle mogelijke bronnen,
van inlichtingendienst tot verslagen van de wijkagent. Er is een
schimmig verhaal over een ruzie naar aanleiding van een vastgoeddeal.
En er zijn een paar pijnlijke akkefietjes in de familie. Zo gaat Asaf
een keer op de vuist, naar eigen zeggen om zijn broer te verdedigen.
Het leverde hem een taakstraf op, honderd uur in de keuken van een
ziekenhuis. “Liever dat dan duizend euro boete”, zegt de
multimiljonair: “Die taakstraf was wel leuk. Borden wassen en
zo.”
En er is het slepende onderzoek naar belastingfraude. Terwijl de zaak
als hij al voor een rechter wordt gebracht, mogelijk zal sneuvelen door
de lange duur van het onderzoek, wordt de verdenking van
belastingfraude prominent opgevoerd in het Bibob-rapport.
“Het is voorbij met me”, gromt Barazani.
“Ik heb een nieuw plan”, roept Barazani enthousiast:
“Ik heb zojuist een gesprek gehad met Ballast Nedam. Samen met de
NV Stadsgoed wil ik de hele boel ombouwen tot een luxe hotel met
tweeduizend kamers”.
Het is half augustus. De woede is verdwenen. De geboren handelaar heeft
een nieuw spel ondekt: zijn eigen huid zo duur mogelijk verkopen. Al
maanden voert Barazani onderhandelingen met verschillende partijen,
waaronder de aan de gemeente gelieerde NV stadsgoed. Stadsgoed kocht
eerder pornobaas Charles Geerts uit voor 25 miljoen euro en wil nu een
nog grotere mega-deal met Barazani. Maar over de precieze invulling
zijn de partijen het nog lang niet eens.
Over een vorig plan dat Barazani in juli wereldkundig maakte was
Stadsgoed niet te spreken. Barazani wilde alles verkopen voor honderd
miljoen euro. Het grootste deel van dat bedrag zou van hemzelf komen in
de vorm van een lening. Zo zou hij een flinke vinger in de pap houden.
De woordvoerder van Stadsgoed benadrukt dat
het de bedoeling is dat Barazani met zijn negatieve Bibob-advies
helemaal van het toneel verdwijnt. Ook een rol als bankier of
projectontwikkelaar is voor hem niet meer weggelegd. Deze week zijn de
onderhandelingen voortgezet en ook over andere belangrijke
kwesties is nog geen overeenstemming: Als hij de panden verkoopt, wat
gebeurt er dan met de hotels en restaurants waar zijn familie de kost
verdient? En moet Barazani net als Geerts contractueel
laten vastleggen dat hij niet opnieuw gaat investeren in het centrum
van Amsterdam?
Heikele punten voor Barazani. Hij gaat namelijk
–anders dan Geerts- het Bibob-besluit tot de hoogste rechter
aanvechten. En straks, als zijn naam is gezuiverd, wil hij al zijn
panden terugkopen. “Deze straat kan de mooiste straat van Europa
worden”, zegt hij: “Ik hou van deze straat”. Even is
de lach terug op zijn gezicht.