Nieuws, opinie en achtergrond - zaterdag 21 februari 2009
 |  Abonnementen  |  Nieuwsbrief  |  Contact  |  Service  |  Log uit
Abonnementen  |  Nieuwsbrief  |  Registreren  |  Contact  |  Service  |  Inloggen

Digitaal krantenarchief Zoeken | Geavanceerd zoeken

Archief \ 2008 \ April \ 12 \ Overig \ Z08

trefferslijst

Slangenkoppen en wegwerpmensen

Mensenhandel is een moeilijk te bewijzen delict

Marco de Vries

Reportage Reportage | Zaterdag 12-04-2008 | Sectie: Overig | Pagina: Z08 | Marco de Vries

De directeur van een Nederlandse tofufabriek staat volgende week terecht voor handel in mensen. Als je dat nummer belt, krijg je werk.

De vermeende slavendrijver doet zelf de deur open. Lakhwinder S. ontvangt in het kantoortje vlakbij de ingang van zijn fabriek voor vegetarische producten. De directeur is een gezette veertiger met een grote, pluizige baard. Zijn loensende rechteroog dwaalt steeds naar het raam als hij vertelt over de arrestatie, alsof hij ieder moment een nieuwe inval verwacht. Volgens de meneer van de bank zullen we jaren in de gevangenis zitten, zegt hij zacht. Mijn zoontje wordt op school gepest dat zijn vader mensenhandelaar is.

Begin 2006 krijgt de politie een anonieme brief over de sojafabriek die Lakhwinder samen met twee broers heeft opgezet in Dronten. In het bedrijf zouden illegalen als moderne slaven worden uitgebuit. Ze zouden soms nachtenlang door moeten werken, anders zou hun familie in India worden verkracht of vermoord.

Op 9 mei 2006 doet een leger van honderdvijftig agenten een inval. In de productiehal en in een huis in Lelystad vindt de politie negen illegale werknemers uit India. Lakhwinder en zijn broers worden gearresteerd. Ze zitten 57 dagen in voorarrest.

Met veel moeite bouwen de broers het bedrijf na hun voorarrest weer op. We hebben ons lesje geleerd, zegt Lakhwinder nu. We hebben nu legaal personeel en betalen premies en belastingen. Er liggen inderdaad werkbriefjes van een uitzendbureau naast een oude computer en folders over sojaproducten.

Lakhwinder kwam in 1990 uit India naar Nederland. Samen met zijn vrouw begon hij thuis tofu en tempé te maken. Inmiddels heeft zijn bedrijf een omzet van een miljoen euro per jaar. Maar dat bedrijf staat nu op het spel. Bijna twee jaar na zijn aanhouding verschijnt hij volgende week dinsdag voor de rechter. Hij moet zich verantwoorden voor mensensmokkel en mensenhandel. Hij zou illegalen zes dagen per week, twaalf uur per dag hebben laten werken voor gemiddeld 800 euro per maand. Hij zou er misbruik van hebben gemaakt dat ze geen Nederlands spraken en geen papieren hadden. Hij zou hen tegen betaling hebben gehuisvest. Ook wordt hem belastingontduiking en lidmaatschap van een criminele organisatie ten laste gelegd.

Volgens Lakhwinder is er sprake van een misverstand. Hij heeft nooit mensen uitgebuit. We zijn sikhs. In onze tempel in Amsterdam vroegen mensen ons vaak om werk. Ze wilden zelfs voor niets werken, of voor kost en inwoning. Wij wilden hen helpen. Dat is onze cultuur.

Er komen steeds meer arbeidsmigranten naar Nederland. Velen hebben geen verblijfs- of werkvergunning. Voor hen zit er niks anders op dan te proberen een bestaan op te bouwen in het zwarte circuit. Volgens een recente schatting van het ministerie van Justitie gaat het inmiddels om 50.000 tot 120.000 mensen.

Deze illegalen hebben een zwakke rechtspositie en lopen het risico om uitgebuit te worden. Bijvoorbeeld door malafide werkgevers, huisjesmelkers of uitzendbureaus. Mensenhandel in de vorm van gedwongen prostitutie was al langer strafbaar. Sinds 1 januari 2005 valt overige uitbuiting ook onder mensenhandel. Justitie ziet overige uitbuiting als een groeiend probleem.

De in 2002 opgerichte Sociale Inlichtingen en Opsporingsdienst (SIOD) houdt zich bezig met fraude op het gebied van werk en inkomen. De Dienst stuit daarbij regelmatig op illegalen en soms op illegalen van wie de Dienst vermoedt dat ze slachtoffers van mensenhandel zijn. De illegale arbeidsmigranten komen volgens de SIOD in een afhankelijke positie doordat ze schulden maken bij de mensenhandelaren. Ze betalen veel geld om naar Nederland te komen of voor onderdak en valse documenten. In ruil daarvoor moeten ze onder uitzonderlijk slechte omstandigheden werken voor weinig geld. De website van de SIOD omschrijft mensenhandel als slavernijachtige uitbuiting. Slachtoffers worden wegwerpmensen genoemd.

In 2004 presenteert de SIOD voor het eerst een grote mensenhandelzaak: Labyrinth. Moderne slavernij bewezen!, kopt RTL Nieuws, dat de primeur heeft. Nigeriaanse bendes zouden duizenden West-Afrikanen naar Nederland hebben gebracht om te werken in kippenslachterijen, de tuinbouw en de schoonmaakbranche. Er zijn 64 verdachten en duizenden slachtoffers, zo staat in een jaarverslag van de SIOD.

De Tweede Kamer reageert geschokt. Dit kan niet blijven bestaan, zegt Marijke Vos van GroenLinks tijdens een spoeddebat. Rita Verdonk, op dat moment minister, belooft werkgevers die illegalen uitbuiten hard aan te pakken. Jeroen Dijsselbloem (PvdA) vraagt een onderzoek naar wat hij meteen maar de West-Afrika route noemt.

Labyrinth geldt vier jaar later nog steeds als de grootste mensenhandelzaak die de SIOD ooit heeft blootgelegd. Maar wat is er met die duizenden slachtoffers gebeurd? En hoe zwaar zijn de 64 verdachten gestraft? Uiteindelijk is niemand voor mensenhandel veroordeeld. De megazaak leidde tot niet meer dan een boete en vier taakstraffen voor het gebruik van valse papieren.

Een van de veroordeelden is de nu 25-jarige Ahamadu J. uit Sierra Leone. Hij kreeg in 2005 een werkstraf van 30 uur voor zijn aandeel in de Labyrinth-zaak. Aan de keukentafel van zijn gezinswoning in Eindhoven legt hij uit hoe het zo gekomen is.

Nadat zijn asielaanvraag was afgewezen, ging Ahamadu in 2003 op zoek naar illegaal werk. Hij hing in die tijd veel op het station van Eindhoven rond om met andere West-Afrikanen over zijn geldzorgen te praten. Op een dag ontmoette ik daar Edie, vertelt Ahamadu. Van Edie kreeg hij een telefoonnummer en een kopie van diens Britse paspoort. Als je dat nummer belt, krijg je werk, zei Edie. Een deel van het loon moest Ahamadu afstaan aan Edie.

Ahamadu, die redelijk Nederlands spreekt, belde het nummer. Hij kreeg de coördinatrice van een schoonmaakbedrijf aan de lijn. Ze maakten een afspraak bij een benzinestation. De vrouw inspecteerde de kopie van het Britse paspoort. Ahamadu kon meteen aan de slag.

Na een jaar kwamen er twee agenten op zijn werk. Hij moest mee naar het bureau . Ze vertelden dat er in het hele land veel illegalen werken onder de naam Edie. Allemaal met een kopie van hetzelfde paspoort.

Ahamadu ziet zichzelf niet als moderne slaaf. Hij is op eigen initiatief naar Nederland gereisd. Hij deed het schoonmaakwerk vrijwillig.

Ahamadou neemt Edie niets kwalijk. Hij probeerde mij te helpen. Edie is nooit gepakt.

In 2005 onderzoekt de SIOD mogelijke mensenhandel uit Brazilië. Salomao R., een in Rotterdam wonende Braziliaan, wordt gearresteerd, samen met de directeur van een Rotterdams uitzendbureau. De 30-jarige Salomao zou leiding geven aan een bende die volgens de SIOD honderden Brazilianen naar Rotterdam smokkelde. De Brazilianen konden met valse Portugese identiteitskaarten aan het werk in de kassen. Het geld dat ze verdienden met tomaten plukken stuurden ze naar hun familie in Brazilië.

Justitie is ruim een jaar bezig geweest met de zaak, vertelt Gerald Roethof, advocaat van R., achteraf. Ik moest zelfs mee naar Brazilië met de officier van justitie om getuigen te horen. De autoriteiten daar waren verbijsterd dat Nederland voor zon onbenullige zaak een rechtshulpverzoek had gedaan.

Desondanks slaagt de SIOD er niet in bewijs te vinden voor mensenhandel. Uiteindelijk staan alleen R. en zijn vriendin voor de rechter. Zijn rol blijkt klein: Salomao haalde nieuwkomers af van het station in Rotterdam en bracht ze naar een slaapplek. In een aantal gevallen regelde hij tegen betaling een valse identiteitskaart of een sofinummer. Rijk werd hij er niet van. Zelf werkte hij ook in de tomatenpluk.

De Chinese horeca wordt door Justitie al jaren verdacht van mensenhandel. Chinese restaurants worden veel gecontroleerd en daarbij worden vaak illegale koks gevonden. De koks worden zwaar onderbetaald, zo blijkt uit onderzoek. Ze zijn vaak aangevoerd door goed georganiseerde mensensmokkelorganisaties, de zogeheten slangenkoppen.

Slangenkoppen hielpen Steve dertien jaar geleden naar Nederland, zijn Chinese naam wil hij niet in de krant. Steve is illegaal. Hij werkt en woont in Chinese restaurants door heel Nederland. Zwaar werk, zegt Steve. Meestal zes dagen per week, soms twaalf uur of meer. Vaak werkt hij boven het restaurant met andere illegale koks.

Steve is 32 jaar. Hij is lang, tanig en heeft de bleke, doorzichtige huid van iemand die bijna nooit buiten komt. Op zijn schaarse vrije dagen leert hij liever Nederlands in de bibliotheek.

Tot nu toe is hij aan de invallen van de inspectie en politie ontsnapt. Hij wisselt regelmatig van arbeidsplaats. In het restaurant in Helmond waar hij nu werkt, krijgt hij naar eigen zeggen naast kost en inwoning maar 100 euro per maand. Dat is de afspraak, zegt Steve. Ik heb ja gezegd. Ik klaag dus niet.

Het is de cultuur van de Chinezen. Niet zeuren. Hard werken, zegt Abjan Shi, een vriend van Steve: Als het je niet bevalt, zoek je een andere baan. Abjan is inmiddels afgestudeerd geograaf met een verblijfsvergunning en perfecte beheersing van de Nederlandse taal. Maar ook hij werkte jarenlang in Chinese restaurants. In China zouden we nog veel harder moeten werken.

Twee jaar geleden werkte Steve in restaurant Diamond City in het uitgaanscentrum van Eindhoven. In augustus 2006 deed de politie daar een inval. In de keuken trof ze acht illegalen. De bedrijfsleider kreeg de gebruikelijke boete. Maar het Openbaar Ministerie begon ook een proces wegens mensenhandel. Mensen worden door middel van dwang, geweld en misleiding uitgebuit, zei procureur-generaal Harm Brouwer over de zaak in het tv-programma Netwerk. Dat is iets wat we niet willen in de Nederlandse samenleving.

Begin 2007 stonden de bedrijfsleider en de chef-kok voor de rechter voor mensenhandel. Ze werden vrijgesproken. Doorslaggevend was voor de rechtbank dat de illegalen zelf hadden gekozen om naar Nederland te komen. Ze hadden zelf bij het restaurant aangeklopt voor werk.

De illegalen moesten hard werken: zes dagen per week van elf uur of meer. Beginners werkten voor kost en inwoning. Maar ervaren koks kregen een maandsalaris dat varieerde van 450 tot 800 euro. Genoeg om te sparen en met elkaar te stappen. Elk weekend gingen de illegalen een avondje naar het casino of naar de disco. Samen met de van mensenhandel beschuldigde bedrijfsleider en chef-kok.

Begin dit jaar werden de bedrijfsleider en de chef-kok ook in hoger beroep vrijgesproken. De zaak ligt nu bij de Hoge Raad. Volgens Justitie doet het er niet toe of illegalen zich zelf aanbieden voor werk. Dat geeft een werkgever nog niet het recht hen buitensporig slecht te behandelen.

De Nationaal Rapporteur Mensenhandel noemt in zijn rapportage van vorig jaar 54 gevallen van overige uitbuiting, dus van mensenhandel buiten de prostitutie. Het rapport noemt vooral kleinere voorbeelden gebaseerd op zachte informatie uit het hulpverleningscircuit: misleide au pairs, schijnhuwelijken waarbij de vrouw als huissloof wordt behandeld, Oost-Europeanen die in de tuinbouw worden uitgebuit. Vervolging van overige uitbuiting heeft de afgelopen drie jaar in maar één geval tot een veroordeling geleid.

In twee andere zaken werden de verdachten van mensenhandel vrijgesproken. Bulgaarse vrouwen die s nachts onder intimiderende omstandigheden hennepplanten moesten knippen voor 4,50 euro per uur waren geen slachtoffers van mensenhandel, oordeelde de rechter. Want er was geen sprake van dwang. In een andere zaak haalde een criminele organisatie Bulgaren naar Nederland en liet ze slapen en werken in wietplantages. Vijftien illegalen stonden bij de drugsbende in het krijt. Toch werden de leiders van de organisatie niet voor mensenhandel veroordeeld. De illegalen hadden er zelf voor gekozen naar Nederland te gaan voor werk.

Het blootleggen van schrikbarende omstandigheden en het leveren van wettig en overtuigend bewijs is altijd lastig, reageert Peter van Meenen, woordvoerder van het SIOD. Slachtoffers zijn volgens hem vaak bang om te getuigen. Belangrijk, zegt Van Meenen, is dat de onderzoeken een schat aan kennis hebben opgeleverd over malafide constructies. Van die kennis maken de SIOD en andere bijzondere opsporingsdiensten nu gebruik om nieuwe misstanden bloot te leggen. De opbrengst van de onderzoeken reikt dus verder dan alleen het aantal veroordelingen.

Nationaal Rapporteur Mensenhandel, Corinne Dettmeijer-Vermeulen, wees er een paar weken geleden in een interview met deze krant op dat de wetgever ervoor heeft gekozen nadere invulling van het begrip uitbuiting over te laten aan de rechtspraktijk. Waar gaat slecht werkgeversschap over in een slavernijachtige verhouding? Dat is dus zoeken voor politie, justitie en zittende magistratuur. De jurisprudentie moet zich vormen. Ze pleit ervoor het makkelijker te maken voor illegalen om misstanden te melden bij de politie en de arbeidsinspectie. Zonder gevaar van vreemdelingenbewaring en uitzetting.

En dan is er nog de zaak van de sojafabriek uit Dronten die volgende week dinsdag april voor de rechter komt. Ook Lakhwinder en zijn broers hoeven zich volgens hun advocaat, Richard Offermans, weinig zorgen te maken. Volgens hem is er geen bewijs voor de zware beschuldigingen uit de anonieme brief waarmee het onderzoek destijds begon. Zeven van de negen illegalen wilden niet getuigen tegen hun vroegere baas. Ze zijn uitgezet naar India. De andere twee hebben wel verklaringen afgelegd. Volgens Offerman blijkt daaruit dat ze op eigen initiatief naar Nederland zijn gekomen. Het oordeel is aan de rechtbank.

De tofufabriek in Dronten werkt tegenwoordig met uitzendkrachten uit Oost-Europa. Om vijf uur trekken ze hun jassen aan. Tot morgen, jongens, roept Lakhwinder joviaal. Overal werken illegalen, zegt Lakhwinder. Dat is niets bijzonders. Waarom worden wij zo hard aangepakt?"

Mensenhandel is in Nederland een van de prioriteiten in de strijd tegen de zware misdaad. Het ministerie van Justitie heeft eind februari een speciale Task Force ingesteld om mensenhandel te bemoeilijken. Het Coördinatiecentrum Mensenhandel registreerde vorig jaar 716 slachtoffers van mensenhandel. Maar dat zegt volgens de Nationaal Rapporteur Mensenhandel niks over de omvang van mensenhandel in Nederland. Mensenhandel speelt zich in het verborgene af. Slachtoffers doen niet makkelijk aangifte uit angst voor mensenhandelaren of autoriteiten. Niemand weet hoe wijdverbreid mensenhandel in Nederland is. UNODC, de VN-organisatie die zich bezighoudt met zware misdaad, heeft het aantal slachtoffers in de wereld geschat op tussen de 750.000 en 2,5 miljoen per jaar. Ook die cijfers zijn een slag in de lucht.

Foto-onderschrift: Minibusjes in de Haagse Schilderswijk en Transvaalbuurt rijden in de vroege ochtend af en aan om illegale werknemers op te pikken Een man uit Sierra Leone heeft bij de politie aangifte gedaan wegens mensenhandel. Hij is tijdelijk ondergebracht in een safe house in Amsterdam
Trefwoord: Mensenhandel; Illegalen; Arbeid
Geografie: Dronten
Persoon: Lakhwinder S.

Op dit artikel rust auteursrecht van NRC Handelsblad BV, respectievelijk van de oorspronkelijke auteur.

Resultaat: eerste | vorige | 8 | 9 | 10 | 11 | 12 | volgende | laatste