23 februari 2014 - Gisteren
overleed, op 98 jarige leeftijd, de dichter Leo Vroman. Ik mocht de man
25 jaar geleden interviewen, toen hij een eredoctoraat kreeg in
Groningen. De dichter en zijn vrouw waren toen al in de zeventig en
speciaal voor de gelegenheid
overgekomen uit de Verenigde Staten, waar Vroman werkte als
wetenschapper. Ik studeerde nog Nederlands en Vroman was toen al mijn
favoriete dichter. Het werd een leuk interview, dat de volgende dag
verscheen in het Nederlands Dagblad. Vroman bleek een bijzonder
aardige, eenvoudige man. Een typische bioloog inclusief geitenwollen
sokken, geboeid door het leven in al zijn verschijningsvormen. De
persoon viel dus helemaal samen met de dichter.
Zijn verzamelde gedichten waren toen net verschenen,
bijna duizend paginas geschreven tussen 1946 en 1985. "Marco, dit boek
is te dik", schreef hij als opdracht in mijn exemplaar. Toch verschenen
er sindsdien nog meer dan duizend pagina's poezie, bijna elk jaar een
nieuwe dikke bundel. De laatste verschijnt binnenkort postuum.
Het is uniek dat een schrijver tot op zo'n hoge leeftijd creatief
blijft en een hoog nivo houdt.
Vroman had een geheel eigen toon, humanistisch maar
nergens belerend of plechtstatig. Wel oneindig nieuwsgierig. Hij
ontleedt het leven in taal. Hij schrijft over dagelijks geluk en het
wonder van de natuur. Maar als oorlogsslachtoffer schuwde hij ook het
wereldnieuws niet, met rampen en bloedbaden. Zijn poezie is
toegankelijk, persoonlijk en afwisselend humoristisch en ernstig.
Daarin heeft hij navolging gekregen. Vroeger was er een strikte
scheiding tussen light verse en serieuze poezie, bij de dichters van
deze tijd loopt dat meer door elkaar. Vroman schreef als emigrant soms
in een gedateerd Nederlands, maar toch komen zijn gedichten altijd fris
en eigentijds over. Hoewel hij met zijn vrouw al jaren in een
bejaardenhuis woonde, bleef hij geinteresseerd in nieuws en nieuwe
dingen. De laatste jaren experimenteerde hij met computerkunst.
Over Vroman werd in 2009 een mooie
documentaire gemaakt. Zelf zat ik vrijdag bij het omroeparchief Beeld
en Geluid te zoeken naar beelden van Martinus Nijhoff, de grootste
dichter van voor de oorlog. Ik zou graag een documentaire over hem
maken, omdat ook zijn gedichten nog altijd een breed publiek
aanspreken. Maar ik vond slechts twee seconden beeld, een Poiygoon
flits van een vergadering uit 1951, twee jaar voor Nijhoffs dood. Het
is een bizarre gedachte dat iemand die zo beroemd was, nooit op camera
is geinterviewd en wellicht verder zelfs nooit is gefilmd. Nijhoff is
betrekkelijk jong overleden, net voor de opkomst van de televisie.
Het wordt moeilijk om zijn verhaal nu nog in beeld te brengen. Gelukkig
hebben we zijn gedichten nog, net als die van Vroman:
"Naarmate mijn uren verstrijken
met mijn herinneringen
haast ik mij heel oude dingen
met heel andere te vergelijken:
mijn ziel met een leegstaand huis
daarin een getraliede val,
daarin een verwezen muis,
en daarin het heelal..."
(Leo Vroman, 1998)
1 Januari 2014 - Weer veel agressie tegen politie en brandweer bij de jaarwisseling. Ons rapport blijft helaas actueel. Hier vind je trouwens de tekst van het complete rapport.
December 2013 - Ik
weet niet of ik er trots op moet zijn, maar deze maand stond ik
voor de derde keer in een jaar bijna voor de kort geding rechter.
Eind vorig jaar
wilde Jeugdzorg een uitzending verbieden, omdat ze in een interview
nota bene zelf een verkeerd beeld hadden geschetst van vermeend misbruik van een
uithuis geplaatst meisje. Dit voorjaar dreigde de moeder van de vermoorde rapper Purl Vyent
naar de rechter te stappen. Ze maakte bezwaar tegen herhaling van een
interview met Purl, waarin hij openlijk sprak over zijn drugshandel. En
nu heeft zedendelinquent Zoka van A. een gerenommeerd advocatenkantoor op de NTR afgestuurd. Deel twee van de serie Zwart Wit vertelt het verhaal van deze Zoka, schrijver van het beruchte boekje "De Ondergang van Nederland". Zoka maakte bezwaar tegen een shot van de straat waar hij woont en waar wij hem vroegen om een reactie op onze bevindingen.
Dit soort procedures zijn kostbaar en de uitslag is
onzeker, ook al heb je je aan alle journalistieke regels gehouden.
Natuurlijk is er vrijheid van nieuwsgaring, maar de privacy weegt voor
een rechter ook zwaar. Daarom probeer je toch steeds maar tot een
compromis te komen. Ik wil
mijn verhaal kunnen vertellen, zonder dat de betrokkenen daar allerlei
problemen mee krijgen. In alledrie de gevallen is dat gelukt, door een
tekst wat te veranderen, een stukje eruit te knippen of een beeld te
vervangen. Het verhaal van Purl is uiteindelijk niet herhaald, uit
pieteit met de nabestaanden.
De serie Zwart Wit heeft er inhoudelijk niet onder
geleden, en dat is het belangrijkste. De serie is goed bekeken en
positief gewaardeerd. Gelukkig ook door de meeste mensen die er aan
meededen. Zoals de familie Janmaat en de speurders naar de zaak
Vaatstra. Volgend jaar hoop ik nog een paar afleveringen te maken,
zodat ik uiteindelijk in zeven of acht delen het hele verloop van het
integratiedebat kan schetsen. De mooiste beelden uit deze eerste serie
staan in deze kerstclip.
Verder verscheen deze maand ook mijn eerste boek,
een rapport over geweld tegen publieke dienstverleners, dat ik met twee
collega's schreef. Het klinkt saai, maar het zijn allemaal waargebeurde
incidenten die we hebben uitgezocht en beschreven. Ik vond het leuk om
weer wat meer te schrijven, dus daar wil ik volgend jaar ook mee
verder.
Oktober 2013 - Ik
ben een weekje onderweg in het noordoosten van Marokko, in het kader
van research voor een documentaire over de Hofstadgroep. De
moord op Van Gogh
is al weer bijna tien jaar geleden en twintig jaar geleden woonde
ik een tijdje in Marokko als correspondent. Als er hier in de
tussentijd iets is veranderd, dan is het ten goede. Marokko voelt niet
meer aan
als een derde wereldland. Je waant je eerder in zuid europa. De wegen
zijn goed onderhouden, er ligt minder troep op straat en je ziet
trouwens ook minder
hoofddoekjes dan in Amsterdam West.
Twintig jaar geleden berichtte ik voor
ondermeer dagblad Trouw over de dingen die helaas nog steeds actueel
zijn: vluchtelingen die in gammele bootjes de oversteek naar Europa
wagen,
terrorisme en burgeroorlog (destijds in buurland Algerije) en
natuurlijk de integratieproblemen van Marokkaanse jongens in Nederland.
Daar werd begin jaren negentig al volop over geschreven in
de dagbladen en ik deed daar dus aan mee.
In 2002 keerde ik voor het eerst terug naar Marokko,
voor een verslag over een project van de gemeente Amsterdam voor
Marokkaanse probleemjongeren. Samen met toenmalig wethouder Ton
Hooijmaaijers bezochten we de sloppenwijken van havenstad Larache. Een
groep Amsterdamse crimineeltjes zou hier met behoud van uitkering
stenen huisjes gaan bouwen voor de allerarmsten. Zo deden ze wat
voor hun land van herkomst -was de gedachte- en hadden ze weer een
reden om trots op zichzelf te zijn. Geen slecht idee in het kader
van reclasssering, maar niet echt een typisch
Hooijmaaijers-project. Hij had het ook
niet zelf bedacht, maar kon het wel goed verkopen. En zo volgden we de
brallende wethouder in zijn maatpak door modderige steegjes en langs
open riolen.
Aan het einde van de rondleiding wilden we graag ook
nog met de probleemjongeren zelf spreken. Het waren er vijftien, maar
al snel bleek dat geen van hen voor de camera wilde vertellen
waarom hij aan het project meedeed. Dat had de gemeentevoorlichter niet
goed voorbereid. De deelnemers waren boos op de gemeente. Ze bleken
namelijk helemaal geen crimineeltjes die hun leven wilden beteren. Het
waren juist de brave borsten die zich hadden opgegeven voor het
traject. Ze zagen het als een mooie stage voor een baan in de bouw.
Met veel moeite kreeg ik een zo ver dat hij iets wilde zeggen
over het verhardende klimaat in Nederland. Hooijmaaijers stond er
bedremmeld bij te kijken.
Achteraf gezien was dit waarschijnlijk zijn meest
onschuldige oplichterij. Want terwijl ik terug ben in Marokko wordt
hij veroordeeld tot vier jaar cel voor corruptie. Hij zou miljoenen
hebben geincasseerd van allerlei vastgoedmagnaten. Het sloppenproject
werd trouwens een jaar later, in 2003, zonder opgaaf van redenen
stopgezet.
September 2013 - Terwijl
Mark en Diederik er maar niet in slagen een meerderheid voor hun
plannen te formeren, dreigt voor de derde keer in deze eeuw een
electorale opstand. De eerste afrekening was in 2002 na de moord
op Fortuijn, de tweede bij het referendum over de Europese
grondwet in 2005. En anno 2013 gaapt er weer een kloof tussen Den Haag,
dat zich blind staart op de cijfertjes, en het volk dat gelooft
dat het land kapot bezuinigd wordt. Toch zit het probleem volgens mij
niet in die 3%. Mark en Diederik, die al maar wegzakken in de
peilingen, hebben gewoon geen echte oplossingen. Want ze begrijpen deze
crisis niet.
Het zit hem niet in het begrotingstekort. Met een
kloppende overheidsbegroting trekt de markt niet automatisch aan. Het
probleem zit in de struktuur van onze economie. Als je er even bij
nadenkt moet je erkennen dat de SP al jaren gelijk heeft. Jan
Marijnissen was de
enige politicus die al in de jaren negentig -toen er nog niets aan de
hand leek- ageerde tegen de neoliberale consensus.
Alexander, Mark, Diederik, Buma en trouwens ook Emile zijn
min of meer generatie genoten van mij. We groeiden op
in een -ook toen al- zieltogende verzorgingsstaat en waren rond de
twintig toen de Berlijnse muur viel en het geloof in de vrije markt
gemeengoed werd. De grenzen gingen open en een periode van
spectaculaire groei brak aan. Dat leek toen een win win situatie: Wij
in het westen konden goedkoop consumeren en voormalige derde wereld
landen ontwikkelden zich in een hoog tempo. Maar inmiddels kun je
na tien jaar recessie niet meer van "crisis" spreken. Het is
normaal geworden. Na het failliet van de klassieke verzorgingstaat en
het bankroet van het communisme, is nu ook het westerse kapitalisme
vastgelopen. Jammer dat onze leiders niet verder komen dan
bezuinigen. Ze hopen dat de markt wel weer aan trekt. Maar de markt is
in deze crisis niet de oplossing maar het probleem.
De vrije markt was eeuwenlang de motor van de
vooruitgang. Het idee stamt uit de verlichting en is dus veel ouder dan
het "neo"-liberalisme. Adam Smith prees al in de achttiende eeuw "de
onzichtbare hand" van de markt. In Spanje kunnen ze goed
sinaasappels verbouwen, in Nederland leent het klimaat zich voor
aardappels en kaas. De onzichtbare hand zorgt ervoor dat onze produkten
in Spanje terechtkomen, en wij Spaanse sinaasappels op de markt kunnen
kopen. Als de grenzen open zijn zorgt De Hand ervoor dat de produkten
op de meest geschikte plaats zo goedkoop en goed mogelijk gemaakt
worden. Een simpel idee, maar een kind kan bedenken dat die regel niet
op dezelfde manier geldt voor mobiele telefoons, spijkerbroeken of
derivaten.
Het marktdenken leidde tot de industrialisering in de
negentiende eeuw. Door concurrentie werden producenten gedwongen om
inventief te zijn. Ze bedachten nieuwe produkten die het leven
gemakkelijker maken: de auto, de computer, de diepvriesmaaltijd. En ze
slaagden er met machines in steeds goedkoper te produceren. De
arbeiders kregen steeds meer vrije tijd. Zelfs zoveel, dat er nu in het
westen struktureel te weinig werk is voor lager opgeleiden.
Wie de mogelijkheid had zocht zijn
broodwinning hogerop, in de veelbezongen kenniseconomie. Maar ook
dat valt tegen. De verwende consument is veel te lui geworden om
te studeren. Kennis is niet cool.
Alleen de financiele dienstverlening floreerde, maar pas later werd
duidelijk tegen welke prijs. Banken bleken vooral bezig met speculeren
op neergang en andersmans ellende en moesten uiteindelijk ook nog eens
zelf gered worden. Dat destruktieve casinokapitalisme heeft de
wereld niets te bieden.Toch wordt het niet verboden.
Al met al kun je niet anders concluderen dan dat de vrije
markt leidt tot werkloosheid. We zijn overbodig geworden, afzetgebieden
voor goedkope troep. De arbeiders van nu zijn uitgebuitte loonslaven ver weg, de kapitalisten zijn virtuele dieven. Allemaal dankzij
"De onzichtbare hand" . Niemand zit te wachten op nog meer
rationalisering en efficientie, want dat betekent dat er nog minder
mensen een normaal leven kunnen leiden dankzij eerlijk werk.
Waar zitten we dan wel op te wachten? Meer banen. Meer
duurzaamheid. De oplossingen zijn bekend: Belast kerosine. Ontmoedig
"slepen met dozen" en flitskapitaal. Stimuleer lokale, duurzame
produktie. Maak arbeid goedkoper. Geef mensen een basisinkomen
(mini-uitkering). Investeer in goed onderwijs. Allemaal dingen
waar je Mark en Diederik nooit over hoort.
Augustus 2013 - Hans Teeuwen
was de eerste zomergast van deze mooie zomer. Het programma dat ooit
sprankelend en spraakmakend was, is helaas al jaren een
doodgeproduceerde
egotrip. Ook Teeuwen en presentator Wilfried de Jong wisten er niet iets
spannends van de maken. Zoals Youp van 't Hek de archetypische
babyboomer is met zijn valse romantiek en dubbele moraal (links lullen,
rechts vullen), zo geeft Teeuwen al jaren stem aan de patat generatie:
Puberaal en verwend. Hij gelooft nergens in en vindt dat zelf wel
cool en gedurfd. Maar er zijn miljoenen Nederlanders van zijn generatie
die nergens in geloven en met niets of niemand solidair zijn. Eigenlijk
is Teeuwen een doodgewone "moderne Nederlander" en zijn zijn grappen
doorgedraaide kantoorhumor.
Sinds de moord op zijn vriend Theo van Gogh heeft
Teeuwen dan toch een thema gevonden, waarvoor hij wel op de barricades
wil: de vrijheid van meningsuiting die bedreigd zou worden door
islamisering. Het is vreemd dat juist mensen die nergens in geloven, zo
hechten aan deze vrijheid. Ze willen ongestraft de overtuigingen van
andere mensen onderuit kunnen halen. Het zijn beeldenstormers die niet
rusten tot het laatste heilige huisje is verwoest en iedereen
zal moeten accepteren dat de wereld een grote puinhoop is. Volgens
hen zou de wereld mooier en vreedzamer zijn, als niemand meer ergens in
zou geloven. Dat lijkt me een denkfout. De meeste atheisten zijn
geen vegetarische humanisten die zich inzetten voor een betere wereld.
De meesten zijn als Teeuwen, en kijken niet verder dan hun neus lang
is. Omdat iedereen alleen nog
maar voor zichzelf leeft, ontstaat een "wereld van markt en strijd"
(Houellebecq) en sneuvelen allerlei sociale verbanden.
Vrijheid van meningsuiting is prima, maar gebruik
die dan ook om tijdens dat urenlange interview wat zinvols of grappigs
te melden. In plaats van als een depressieve clown achterover te
hangen.
Zo nu en dan dwaalde ik af naar het veel urgentere boek op mijn schoot.
"Marked voor Death" van Wilders. Dat gaat natuurlijk ook over
islamisering. Hij publiceerde het vorig jaar voor de Amerikaanse
markt. Daar flopte het, en ook hier
bleef het nagenoeg onopgemerkt. Toch is het interessant genoeg.
Voor het eerst ontvouwt Wilders (althans zijn ghostwriter) hier zijn
complete visie op de geschiedenis van de Islam en de relatie met het
westen. Het is goed onderbouwd en maakt een geleerde indruk, heel
anders dan Wilders eerste pamflet ("Kies voor Vrijheid", uit 2004). Het
boek is hier en daar zelfs overtuigend en onthult tal van feiten die ik
in ieder geval niet kende. Ik zou het vooral moslims aanraden om te
lezen.
De geschiedenis van de Islam kent veel geweldadige
periodes, hoewel het Christendom natuurlijk veel agressiever en
bloediger is geweest (en in de ogen van veen moslims nog steeds is).
Wilders heeft zijn huiswerk goed gedaan, maar ook hij maakt een
cruciale denkfout. Zoals bekend beschouwt hij de Islam als een
ideologie met als uiteindelijk doel de wereldheerschappij. Nu wist de
profeet in het Mekka van de zevende eeuw waarschijnlijk niet eens waar
Nederland lag, en Amerika bestond nog niet eens. Wilders wil ons doen
geloven dat moslims al vijftienhonderd jaar bezig zijn met een groot
masterplan om de wereld te veroveren. Een ongekeerde kruistocht,
waarin ze ook nog eens vooral nederlagen moeten incasseren.
Maar dat masterplan bestaat natuurlijk helemaal
niet. Religies kunnen eeuwenlang overleven juist omdat elke generatie
en iedere cultuur er de dingen uit kan halen die op dat moment van pas
komen. In het heilige boek kun je lezen wat je wil. Voor de een is het
vrede, voor de ander jihad. Door toeval komen bepaalde stromingen en
interpretaties een tijdje bovendrijven, totdat er weer een nieuwe wind
opsteekt. Een nieuwe paus? Homos kunnen gerust ademhalen en
bootvluchtelingen wrijven in hun handen. De laatste maanden is de
moslim minderheid in Birma (Myanmar) het slachtoffer van razzias onder
leiding van de bloeddorstige boedhistische monnik Wirathu. Met
geschoren hoofd en rode sarong lijkt hij een broer van de Dalai Lama
maar hij geeft een hele nieuwe draai aan Zen.
De geschiedenis hangt van toeval en absurditeiten
aan elkaar. Dat een gek in een grot met een aantal vliegtuigen een
wereldmacht kan doen wankelen? Je zou het niet verzinnen. Alleen
de meest verstokte gelovigen proberen daar nog een metafysische
noodzakelijkheid in te zien. Eigenlijk is Wilders dus een moslim. Hij
gelooft in het grote plan van God.
Ik niet, maar toch ben ik niet tegen religie. Het
wereldtoneel zou zonder goden waarschijnlijk een nog grotere bende
zijn. In de geschiedenis spelen religies geen doorslaggevende rol en
gaat het uiteindelijk om macht en geld. Maar op het kleine vlak
van menselijke relaties hebben religies wel wat succes. Ook daar zijn
mensen van nature vooral bezig met hun eigen egocentrische behoeften.
Maar Boedha, Jezus, Mohammed en de hele santenkraam motiveren miljarden
mensen om iets fatsoenlijker en moreler door het leven te gaan, ook
onder moeilijke omstandigheden. Ze bieden een perspektief op de ander
en op de eeuwigheid. Dat helpt soms (een beetje).
juni 2013- De
afgelopen weken eindelijk de veelgeprezen serie Borgen bekeken. Je
moet er even inkomen, maar al snel is de Deense dramaserie verslavend.
Zojuist ook van het derde seizoen genoten.Vooral van hoofdro lspeelster
politica Birgitte Nyborg. Zij is een vrouw waar je, ongeacht je
politieke kleur, blind op zou stemmen: Gedreven, oprecht, humoristisch,
innemend en slim. Maar helaas is deze fictieve politica in het echt een
hele goede actrice. En in het echt zijn politici helaas vaak B-acteurs,
met platte karakters, slechte teksten en kleffe emoties.
Ondertussen lijkt het Deense
politieke landschap uit de serie verrassend veel op het onze. Ook daar
hebben ze een rechts-populistische "Vrijheidspartij" met een
onorthodoxe leider (die trouwens meer lijkt op Henk Bleker dan op
Wilders) die aanschopt tegen het establishment en het debat in zijn
greep houdt.
De serie gaat vooral over de verwevenheid van media en
politiek op de Deense burcht. Politieke analisten en spin docters
wisselen hun rollen daar net zo vaak en snel als Jack de Vries en Felix
Rottenberg in Nederland. Wat ook bekend voorkomt is de neiging
van TV redakties om van de politiek een circus te maken en politici als
gedresseerde apen "kunstjes" te laten doen voor een roze plopkap.
Onlangs
werd bekend dat de man die van dit alles niets moet hebben binnenkort
met pensioen gaat: Ferry Mingelen. Hij is al sinds 1984 het gezicht van
de Haagse NOS-redaktie, en alleen al daarom is zijn vertrek het
einde van een tijdperk. Met zijn eeuwige
studenten-brilletje en zijn leeftijdloze kapsel was
Mingelen al die jaren een rots in de branding van hypes en machinaties.
Modes volgden elkaar op, leiders kwamen en gingen, nieuwe partijen
vochten zich naar binnen, maar Mingelen bleef onveranderbaar en
onkreukbaar. Ook na bijna dertig jaar is het raden naar zijn politieke
voorkeuren.
Ik heb zelf eind jaren negentig een formatie moeten
verslaan voor EenVandaag. Dat betekent veel wachten bij gesloten
deuren, speculeren en roddelen met collegas. Verder is het
dringen en duwen om maar vooraan te staan als er iemand naar
buiten komt met een quote en met "nieuws".
Het is geen verheffend werk en dat liet Mingelen dan
ook over aan zijn jongere collegas. Maar op persconferenties stond hij
wel vooraan, en moesten de jonge honden hun muil houden. Ik herinner me
een persconferentie
van formateur Klaas de Vries. Er waren tientallen verslaggevers, maar
alleen de meest ervaren collegas waagden het een vraag te stellen. Max
van Weezel, Frits Westers en Mingelen vroegen gedetaillleerd naar
breekpunten en hangijzers in de komende formatie. Toen het na wat
nietszeggende antwoorden ("Daar zijn we nog niet uit") stil viel,
raapte ik mijn moed bij elkaar en stelde -niet gehinderd door al te
veel kennis van de Haagse dossiers- voor de verandering een open vraag:
Wat is eigenlijk uw gevoel bij het begin van deze formatie? Wat wilt u
bereiken? De Vries gaf een best wel bevlogen antwoord over "een nieuw
millenium" en "hooggespannen ambities". Later die middag klopte Ferry
Mingelen bedremmeld op de deur van de montagewagen. De NOS camera had
net
even uit gestaan, zei hij: Of ik voor hem een kopietje wilde trekken
van die toch wel aardige quote? En alleen die quote werd die avond
overal uitgezonden. Je kunt dus ook te ingevoerd zijn, en de voor
de hand liggende dingen niet meer zien.
Zelf laat Mingelen doorschemeren dat hij hoopt op
een tweede leven als talkshow-gast. Straks zit hij dus mee te kraaien
tussen Prem en Maurice de Hond. Kan hij dat? Wil hij dat? Ik hoop van
harte van niet. De tijden veranderen, en dat is op zich helemaal niet
erg. Maar het is wel prettig als sommige mensen gewoon niet mee
veranderen.
mei 2013 - Hij
was de afgelopen weken bijna dagelijks op tv, maar het heeft niet
geholpen. Illegaliteit wordt strafbaar en PvdA-lid Sander Terphuis
is er niet in geslaagd om het regeerakkoord open te breken.
Zoals vaak wanneer het over het asielbeleid gaat, was het hele mediaspektakel van een bedroevend nivo. Na de aandoenlijke
tieners Mauro en Sahar mocht nu de gehandicapte
Iranier het Nederlandse schuldgevoel kietelen. Ze zijn de zielige
zeehondjes van het immmigratiedebat, dat op die manier steeds weer vol
schiet met sentiment.
De illegalen over wie het gaat bleven onzichtbaar.
De meer dan honderduizend mannen en vrouwen die voor ons
koken, schoonmaken en post bezorgen zijn niet zielig. Ze
zoeken hun geluk in een ongelijke wereld. Ze redden zichzelf en dat is
maar goed ook, want er is in Den Haag niemand die voor ze opkomt.
Integendeel. Politici zoals Lodewijk Asscher verzinnen kreten als
"mensenhandel" en "moderne slaverniij". Het klinkt beter als
je kan zeggen dat je "slaven bevrijdt", terwijl je eigenlijk op
illegalen jaagt. En dat laatste gaat nog beter als straks hun enkele
aanwezigheid voldoende is om ze vast te zetten. De
PvdA top roept nu dat het in de praktijk allemaal
wel los zal lopen. In Nederland gaan heus geen razzias plaatsvinden.
Ondertusssen zitten de uitzetcentra vol, wordt het aantal
arbeidsinspekties opgevoerd in risicovolle branches zoals de
tuinbouw en worden Ghanese werksters in
Heemstede uit bussen van Connexxion geplukt. Er is weinig
aandacht voor, want ze zijn onzichtbaar en ze zijn niet zielig. Er valt
geen eer aan te behalen voor de PvdA.
Wie herinnert zich de Amsterdamse kleernaker
Gumus nog? Ook een immigrant die een media storm veroorzaakte.
Maar Gumus moest van de PvdA bewindsvrouw wel het land uit. Niet zielig
genoeg. Helaas is de partij twintig jaar later niet wijzer geworden. De
werkende illegalen in Nederland verliezen straks ook hun enige recht:
Het recht op zijn. Daarmee zijn ze vogelvrij. Terwijl aandacht voor hun
succes juist het draagvlak voor immigratie zou vergroten.
Ik probeer regelmatig ideeen over deze groep te
slijten bij opdrachtgevers. Maar alleen het woord illegaal al werkt op
de gaapspieren bij hoofdredacteuren: ze zijn murw van de zielige
verhalen over uitgeprocedeerden, metersdikke dossiers,
uitzichtloosheid. Terwijl de meeste illegalen sterke en ondernemende
overlevers zijn. Wanneer staat de arbeidsmigrant op die deze groep
pioniers een aansprekend gezicht kan geven?
21 april 2013 - Na
al die jaren eindelijk eens oog in oog met Geert Wilders. Dit jaar ga
ik mijn documentaire over zijn jonge jaren afmaken. Twee keer in Israel
geweest, met tientallen oude vrienden en vriendinnen gesproken, veelbesproken oude
fotos en brieven opgeduikeld. Nu is het tijd om mijn onderwerp zelf te
benaderen. Op een mail van twee maanden geleden had hij niet
gereageerd, en dus besloot ik hem aan te spreken op straat.
Het circus Wilders is op "verzetstoer" en deed
afgelopen zaterdag Volendam aan. De PVV fractie kwam in een zwarte
toerbus de smalle dijk oprijden. Motoragenten kijken toe, maar het is
allemaal betrekkelijk gemoedelijk.
Er blijken weinig echte PVV fans op het evenement afgekomen, maar
het is een mooie dag en het is dus druk in de haven. Al snel
trekken Geert en zijn discipelen honderden mensen. Hij gaat met zo
op de foto en deelt handtekeningen en folders uit.
Het is hier en daar wat dringen, maar toch kom ik met
mijn Canon 5D makkelijk dicht bij Wilders en maak mooie opnames. Hij is
in een goed humeur en charmeert zich een weg door de menigte. Even
kijkt hij recht in de lens met een gulle lach. Dit is de Wilders zoals
we hem meestal niet zien.
Dat beeld past ook in de serie die ik voor de NTR aan het maken ben:
Het andere beeld, de mens achter de boeman. De vraag is wel of Wilders
daar zin in heeft. Hij doet immers zelf zijn best om het imago van
eenzame strijder in stand te houden.
Terwijl collega journalisten klagen dat ze van hem
weggehouden worden door het cordon agenten en beveiligers, slaag ik
erin hem aan te spreken, een hand te geven en mijn visitekaartje te
overhandigen. Dan trekt de karavaan weer verder.
Bij een marktkraam schudt Wilders de hand van een
Turkse groenteboer. Die biedt middels een groot bord Wilders een doos
"Hollandse aardbeien" aan, "ook lekker op een spacecake". Wilders kan
er wel om lachen. Even later stapt hij met zijn bodyguards een
auto in. Terug achter kogelvrij glas. Veertig minuten 'vrijheid' zijn
voorbij gevlogen.
16 April 2013 - De heropening van het Rijksmuseum was
een mediahype. Aan de tien jaar durende verbouwing werd zelfs een
documentaire
van vier uur lang gewijd, waaruit bleek dat het bouwproces vertraagd
werd door oneindige inspraak en laffe poldercompromissen.
Leidt dolgedraaide democratisering tot geslaagde architectuur? Vandaag
zelf maar eens gaan kijken en helaas, nee. Het resultaat is een wisselvallig allegaartje.
Via een klein trappetje (dankzij de trainerende fietsersbond) beland je in het immense atrium. Dat is
mooi en modern (maar niet
bijzonder en ook niet overzichtelijk). Helaas gaat dat ten koste
van de
zalen. Die zijn krap, vol en goedkoop afgewerkt. De vloer oogt en voelt
als kliklaminaat waarop hier en daar lappen tapijt zijn geplakt. Ook
het tapijt lijkt betrokken van de bouwmarkt. De kenmerkende,
neogotische
gewelfde plafonds worden verpest door grote vierkante, zwarte
armaturen. De oude entree aan de Stadhouderskade is prachtig in oude
staat teruggebracht, maar detoneert nu bij de rest van het interieur.
Het museum voelt niet als een eenheid, maar als een aantal losse
componenten, waarbij de onderlinge verhoudingen zoek zijn.
Anders dan vroeger zijn schilderijen en andere
antieke voorwerpen nu door elkaar heen geplaatst. Dus staan de zaaltjes
vol met oude meubels, bustes en vitrines met servies. Kitsch van
vroeger (niet veel anders dan bling bling van nu) die de aandacht afleidt
van de schilderijen aan de muur. Daarmee wordt de kunst gereduceerd
tot illustratie van de vaderlandse geschiedenis, net als oude kostuums
of antieke
wapens. Dat leek misschien
een paar jaar terug een goede zet, maar inmiddels is de discussie over
een nationaal historisch museum zelf al weer geschiedenis.
Is het rijksmuseum net open, een ander markant gebouw van architect
Cuypers dreigt binnenkort te sluiten: TBS kliniek Veldzicht in
Balkbrug, een imponerende gevangenis met een slotgracht en hoge hekken.
Ik kom er wel eens omdat ik er binnenkort een documentaire hoop te
draaien. Vorige week hingen er opeens allemaal spandoeken. Niet alleen
voor de de ingang van de kliniek, maar ook in het dorpje zelf.
Veldzicht is namelijk een van de vele gevangenissen die het kabinet wil
weg bezuinigen.
Elders loopt men te hoop tegen de komst
van TBS'ers, maar in Balkbrug zijn ze trots op hun
jarenlange ervaring met de kliniek. Vijfhonderd banen staan op de tocht,
en dat komt hard aan in dit kleine dorp. Ook de ter beschikking
gestelden zijn niet allemaal blij. Zitten ze straks met een
enkelband thuis? Worden ze dan helemaal niet meer behandeld en
komen ze dus nog moeilijker uit de TBS?
TBS ligt gevoelig in de media sinds een
aantal geruchtmakende ongelukken en misdrijven tijdens proefverloven.
Dat is al weer jaren geleden, maar het is daarom nog steeds moeilijk om
toestemming te krijgen om te filmen in een kliniek. De voorlichter is
bang voor hetze in de Telegraaf en kamervragen. Toch zijn er de
afgelopen jaren een paar mooie documentaires gemaakt over TBS en ook de
serie Buch in de Bajes is verrassend goed, genuanceerd en openhartig. Het kan dus
wel.
De bewoners van Balkbrug zijn in ieder geval gehecht
aan hun medebewoners. Zij maken de TBS'ers van dichtbij mee, en hebben
een reeel beeld. Zo'n beeld wil ik ook geven in mijn
documentaire.
April 2013
- Op de Dam, waar nu nog de kermis raast, vindt over drie weken de
troonwisseling plaats. Een echte koning; Ik had niet gedacht dat het er
nog van zou komen. Juliana, de koningin uit mijn jeugd, blijft voor mij
het archetype van de poldermonarch: een nationale grootmoeder met
vlinderbril, krulspelden en soepjurk, breiend bij de haard terwijl
ze zweverige kersttoespraken prevelt. Carrierevrouw Beatrix had al
grote moeite om zich in de ceremoniele rol te schikken. En Willem
Alexander zal zich als man helemaal ongelukkig gaan voelen als
koekhapper en lintenknipper. Net als zijn vader zal hij meer
willen. Maar er is niet meer.
Sterker nog, er is minder, want nu wordt de
kabinetsformatie ook al buiten het staatshoofd om bedisseld. Ze zullen zich
op het paleis
trouwens wel verkneukelen over het feit dat Rutte II zo'n fiasco dreigt
te worden. Stom, helemaal die eerste kamer vergeten! De kersverse
koning kan straks als keizer Nero vol leedvermaak aanschouwen hoe Mark,
Diederik en Lodewijk in de arena worden verscheurd door de leeuwen. Niemand kan ze naar
huis sturen. Ze zullen moeten doorploeteren tot het bittere eind, in de
wetenschap dat vroeger of later al hun plannen tevergeefs zullen
blijken, omdat een of ander futiel onderdeeltje geen meerderheid
haalt in de eerste kamer.
Wat mij betreft gaat de volgende formatie, van het
kabinet Wilders-Krol of misschien wel Wilders-Roemer, gewoon weer als
vanouds op het paleis. En blijft de monarchie nog eeuwen in stand. Want
een koninklijke familie past heel goed in de celebrity-cultuur van nu.
Een onverwoestbaar sprookje, waar mensen graag in willen geloven en dat
ze veel meer raakt dan een gekozen president. Het koningshuis is een levend "huis van de
geschiedenis", de langst lopende reality-soap aller tijden. Oranje is toptelevisie, dat zal ook op 30 april weer
blijken.
Maart 2013 - De kwestie Yunus leidt tot een politieke rel. De
Turkse premier Erdogan reisde omwille van dit Turkse jongetje in een Nederlands lesbisch pleeggezin zelfs naar Den Haag om daar te bekvechten met
Mark Rutte. Afgelopen jaar brachten wij hetzelfde thema al pregnant in
beeld in de serie Nomaden en Piraten: Ialamitische pleegkinderen opgevoed
door westerse pleegouders. Ook in onze reportage figureerde toevallig een lesbisch stel.
Maar daar gaat het helemaal niet om. Het is
tekenend dat de hele discussie nu verzand in de bekende nationale
nichterigheid: Kom niet aan onze homos, jullie onverdraagzame
moslims! In werkelijkheid gaat het over kinderen die op
dubieuze gronden van hun ouders zijn afgepakt en in een hele andere
cultuur terecht komen. Yunus was als baby met botbreuken naar het
ziekenhuis gebracht. Dat kan veroorzaakt zijn door mishandeling of
verwaarlozing, maar dat is in dit geval nooit bewezen. Zijn ouders
willen hem graag zelf opvoeden, maar dat kunnen ze vergeten. Hier geldt
namelijk het nadeel van de twijfel.
Een thema dat wij als een
van de eersten in beeld brachten en uitdiepten, is nu dus opeens
voorpagina nieuws. Dat overkwam me de afgelopen jaren vaker, en soms is
dat jammer. Ik ben eigenlijk constant bezig om buiten de
actualiteit en de gebaande paden nieuwe verhalen en themas te ontdekken. Als
veel later de grote horde agenda-journalisten voorbijraast, op weg
van de ene hype naar het volgende dingetje, sta ik aan de kant. Ik ben al weer met heel andere dingen bezig.
Echt jammer is het niet. Ik
heb lang genoeg meegelopen in de eerste lijns nieuwsjournalistiek, om
te weten dat je daar nauwelijks toekomt aan checken en uitzoeken en
vooral bezig bent met het recyclen van persberichten van anderen. Een
echte journalist vindt dat na een paar jaar onbevredigend en zoekt de
verdieping. Nu ontdek ik bijna dagelijks nieuwe dingen, relevante feiten en verhalen die verder
nog niemand weet. Ik voel me vaak een ontdekkingsreiziger in eigen land. Het is veel interessanter en spannender dan elkaar
napapegaaiende nieuwsreporters. Ik weet hoe het is om het hele land te
moeten informeren over iets waarvan jezelf een half uur eerder nooit
gehoord had en waarvan je nauwelijks meer weet dan de kop
boven een persbericht en
de kreten die via je oortje tot je komen. Afwisselend, enerverend maar
erg oppervlakkig. Nu voel ik me een echte journalist met zijn poten in
het bluswater. Mijn verhalen halen de ene keer de voorpagina, de
andere keer de geschiedenisboekjes. Beiden zijn belangrijk.
Februari 2013 - Ik
realiseerde me onlangs dat ik dit jaar twintig jaar bij de televisie
werk. Een jubileum dat vorige maand geheel onopgemerkt voorbij is
gegaan. Geen receptie, geen vergulde vulpen, niets. Dat is ook niet zo
vreemd, want in die twintig jaar heb ik voor letterlijk alle publieke
en commerciele omroepen
wel iets gedaan, en bijna altijd als freelancer. Ik had slechts twee
jaar ergens een vast contract en ben nu al weer vijf jaar
buitenproducent.
Hilversum was geen jeugddroom van mij. Ik
had als puber zelfs een grondige hekel aan het medium. Televisie was toen
nog "voor het hele gezin", met veel gezapige quizzen en tenenkrommende
showprogramma's. Er was doorgaans inderdaad
"geen bal op de TV", om met Doemaar te spreken. In mijn studententijd had ik niet eens een
TV. En net afgestudeerd schreef ik liever doorwrochte verhalen voor
"high brow" bladen als de Groene Amsterdammer, Elsevier en Intermediair.
Toen lonkte opeens die baan bij John de Mol produkties:
Ze zochten een juridisch onderlegde redakteur voor een nieuw
infotainment programma: "Elke Nederlander wordt geacht de wet te
kennen", bedacht en
gepresenteerd door Frits Bom voor RTL4. Ik besloot mijn ziel niet te
verkopen maar tijdelijk te verhuren aan de commerciele duivel. Zo'n
vier maanden contract kan
geen kwaad, redeneerde ik: Goed voor de bankrekening en de CV
en daarna zien we wel weer.
Ik verhuiste hals over kop van studiestad Groningen
naar Amsterdam en had al snel mijn draai gevonden op het mediapark.
Frits Bom was een inspirerende baas en bleek zelfs een verleden
als jazztrombonist te hebben. Ook de andere collegas waren aardig en
het werk was interessant en leerzaam.
Op de groepsfoto hiernaast heb ik een bescheiden plaats,
in de linker bovenhoek, maar in feite was ik als enige jurist de spil
van de
redactie. Ik ontwierp de leader en vormgeving, zocht de gasten aan
(rechters en politici) en bedacht de vragen. Ik herinner me nog de
prettige spanning vlak voor de opnames en de euforie na de eerste,
geslaagde live uitzending, januari 1993. Na het eerste seizoen
kreeg ik gelijk een baan aangeboden als eindredacteur van een dagelijks
kijkcijferkanon, maar koos toch weer voor de serieuze
schrijvende journalistiek.
Na nog wat omzwervingen belandde ik bij Tweevandaag en
verzoende me allengs met de wetten van de verrekijk. Want ook de TV-journalistiek ontwikkelde zich. Was alles
eerst nog stijf en langzaam en zag je het nieuws uit de krant een paar
dagen later pas op TV, inmiddels zijn de roilen omgedraaid. De gedrukte
media hobbelen nu vaak achter het bewegende beeld aan. Natuurlijk
zijn er ook negatieve ontwikkelingen, maar toch ben ik van mijn
medium gaan houden, zeker in de vrije rol die ik sinds vijf jaar heb.
Ondertussen hoor ik steeds vaker dat studievrienden
de TV de deur uit hebben gedaan. Er wordt veel gemopperd over commercie
en platte programmering, ook op de publieke omroep. Toch is er
tegelijkertijd aantoonbaar meer kwaliteit op de buis. Er worden
dagelijks
interessante documentaires uitgezonden, soms ook op prime time. De
diversiteit in actualiteitenprogramma's is toegenomen, zodat we niet
meer steeds naar hetzelfde hypes hoeven te kijken. En er is veel mooi
nederlands drama zoals Penoza en Overspel, met een nivo dat tien jaar
geleden nog ondenkbaar was.
Televisie wordt gaandeweg opgeslokt en
overgenomen door
internet, maar het overjarige medium beleeft juist nu (ook
internationaal) haar gouden
jaren. En ook ik ga het komende jaar een nieuw kwaliteitsslag
maken, waarover later meer. Op naar de volgende twintig jaar!
Januari 2013 - De hele
maand op researchreis in Myanmar en Cambodja, een orientatie in het
kader van de serie Great Dictators. Dat is ook een hele maand zonder tv
en krant. Op mijn laptop kijk ik zo nu een dan een aflevering van de
spannende serie Homeland,
als er internet is check ik snel Google nieuws, maar verder ben ik
aangewezen op de meegebrachte boeken over Pol Pot en Aung San.
Toch gaat hier het "gewone" werk door. Ik werk een
aantal nieuwe formats uit, schrijf het eerste hoofdstuk van een rapport
over geweld tegen hulpverleners en staande voor een tientallen meters
lang beeld van een liggende Boeddha krijg ik een inval over hoe ik
straks mijn Wilders-film kan vormgeven.
Op de dag dat Beatrix aankondigt af te treden, maak
ik de voorbereidingen voor de uitvaart van Sihanouk mee in Cambodja.
Deze omstreden koning en handlanger van de Khmer Rouges is nog steeds
populaiir bij de mensen. Politiek zegt ze weinig, de killing fields
lijken al lang vergeten en de moordenaars lopen vrij rond. Maar de
vorst en geestelijk leider wordt in zijn kist letterlijk op handen
gedragen. Het zal nog een hele toer worden om in dit middeleeuwse land
volgend jaar een documentaire te maken over het doodgezwegen
verleden.
Kerstblog - 2012 was voor mij een relatief rustig jaar. De hoogtepunten kun je terugzien in mijn zweverige kerstclip 2012. En de laatste maanden zijn helemaal
relaxed. Ik kom nu toe aan mijn favoriete bezigheid: Het verzinnen en
researchen van nieuwe programma's. Want volgend jaar moet er natuurlijk
ook weer brood op de plank.
Tijdens die voorbereiding kom ik op de vreemdste
plekken en praat ik zonder camera met allerlei mensen. Het is zo leuk
omdat je vaak nog niet weet wie of wat je aan gaat treffen en je altijd
voor verrassingen komt te staan. Soms moet ik
als een detective op zoek naar mensen die niet in de telefoongids of op
facebook staan. Een uur later zit je met zo iemand aan de keukentafel
en hoor je zijn verhaal aan. Afgelopen week reisde ik met de buurtbus
naar een klein gehucht in de
Wieringemeer. Ik ging op bezoek in een TBS kliniek. Ik praatte drie
uur lang met ME'ers in de kantine van
politiieburo Zoetermeer en ik ging op de thee bij een goeroe in
een eeuwenoud tuinhuisje , verscholen in een grachtentuin.
Minder leuk zijn de bezoekjes aan Hilversum, waar ik
mijn ideeen moet verkopen. Het mediapark is in de ban van
bezuinigingen. De omroepbonzen zijn zo druk met de cijfers en
vergaderen, dat ze vaak niet eens meer tijd hebben om de duizend
woorden te lezen, waarin ik mijn format heb verwoord. En omdat de
managers eigenlijk altijd al te drukbezet waren om een A4tje te lezen,
hebben ze de pitch uitgevonden: De programmamaker moet zijn idee
verkopen met een juichende, spetterende korte mondelinge presentatie.
In de hoop dat een vonk van zijn enthousiasme overslaat op de
uitgebluste afnemer, die alles al honderd keer heeft gezien.
Er zijn heuse pitch-opleidingen voor aanstormende
programmamakers. Eerst leren pitchen en dan pas leren televisie maken.
Een variant is de elevator-pitch, je idee verkopen in de minuut dat je
met een hoge pief in de lift staat. Dat verklaart misschien het
grote aantal mislukte tv programma's. Alleen een sukkel koopt
een auto op basis van loze verkooppraatjes in de showroom. Maar in
de tv-wereld is dat dus normaal.
Ik weiger voorgekookte verhaaltjes uit mijn hoofd te
gaan leren of te gaan oefenen voor de spiegel. Maar gelukkig kan ik
praten als de beste en heb ik een
paar ideeen waar ik oprecht enthousiast over kan zijn. 2013 moet dus
wel een prima jaar worden.
19 november 2012 - Op
de dag van de finale van Boer zkt Vrouw wordt een Friese boer
gearresteerd voor de moord op Marianne Vaatstra. Na dertien jaar
geruchten en onrust blijkt de verdachte geen asielzoeker maar een
45-jarige melkveehouder uit Oudwoude, getrouwd en met twee kinderen.
In
de toekomst zal blijken of Jasper S. Mariannes keel doorsneed om de
politie en de publieke opinie op een dwaalspoor te zetten. Volgens de
buurtbewoners was dat een typisch buitenlandse
manier van vermoorden. Een westerling deed dat niet zo. Daarom
ontstonden al snel geruchten over gezagsdragers die de zaak wilden
toedekken en zelfs een verdachte Irakees hadden laten ontsnappen.
De politie wilde niet stigmatiseren en deed dus maar geen onderzoek in
het asielzoekercentrum, althans dat beeld kreeg de lokale bevolking.
Een onverkwikkelijk beeld dat jaren door kon etteren.
Geen wonder dat de mensen boos werden. Ik was erbij toen
een paar maanden later de bewoners van Kollum de burgemeester met
eieren bekogelden uit protest tegen de komst van nog meer asielzoekers.
"Ik ben helemaal geen racist", vertelde de voorzitster van het
actie-comite tegen me: "Ik ga ook gewoon uit eten bij de chinees
of de pizzeria." De rest van Nederland lag dubbel om de domme
opmerking, die keer op keer werd herhaald. Die provinciale Friezen!
Maar de vrouw vertelde me ook dat haar zoon bij Marianne in de klas had
gezeten. En dat ze niet begreep dat de dader niet gepakt werd. Het was
toch duidelijk waar de politie moest zoeken?
Ik denk dat de zaak Vaatstra een kantelmoment is in de
recente geschiedenis. Het beeld van een Hollands meisje, in een
Hollands weiland op onnederlandse wijze verkracht en gekeeld door een
barbaars monster. Maar vooral ook het beeld van een elite die wegkijkt,
die met zalvende politieke correctheid en juridische haarkloverij
probeert "de boel bij elkaar te houden". Dat dit beeld niet klopte deed
er niet toe. Het was iets wat mensen wilden geloven, en wat een grote
groep mensen nog steeds gelooft. Twee jaar later begon Pim Fortuijn aan
zijn opmars.
Dat de vermoedelijke dader nu gevonden is, is ook
groot nieuws. Maar het zal het ressentiment dat inmiddels is verankerd
in onze volksaard niet wegnemen.
November 2012 - Ik
heb de afgelopen twintig jaar verhalen gemaakt over dictators,
massamoordenaars, drugsbaronnen en wapenhandelaren. Die waren daar
nooit blij mee en lieten dat doorgaans ook weten via hun
vertegenwoordigers. Toch heb ik nog nooit zoveel gedoe gehad als met de
serie "Nomaden en Piraten".
Eerst was er een maar net afgewend kort geding over een
interview met een somalisch echtpaar. Daarna dreigde Jeugdzorg naar de
rechter te stappen om een hele
aflevering te verbieden. En nu de serie uitgezonden is, loopt een deel
van de somalische gemeenschap te hoop. Wij krijgen vooral hele
positieve reacties, maar op facebook en somalische internetfora
overheerst de kritiek.
Afgelopen week organiseerde Cineblend een debat over
de serie in het tropenmuseum. Het zaaltje liep stampvol met jonge, vaak
hoog opgeleide somaliers die allemaal dezelfde klacht hadden: Zij
herkenden zich niet in de probleemverhalen uit de serie. Met hun ging
het wel goed. Waarom niet meer aandacht voor de positieve verhalen?
Het werd een verhitte discussie waar we dinsdag
niet echt uitkwamen. Presentatrice Yasmine Allas en ik hielden vol dat er wel
degelijk positieve verhalen in zaten en dat we een balans hadden
proberen te vinden. Maar we slaagden er niet in om de zaal te
overtuigen. De positieve rolmodellen zaten er wel in, maar maakten
kennelijk veel minder indruk op het publiek dan de dramatische
probleemverhalen.
Goed nieuws is geen nieuws, het is een
journalistieke stelregel die vaak moeilijk te verdedigen is. We
zijn meer geboeid door een urgent en schokkend programma dan door een
niets aan de hand-verhaal, totdat het over onszelf gaat. Je kunt nog zo
graag naar medische programma's kijken, maar als je zelf in het
ziekenhuis ligt, dan heb je liever even geen camera's. Dat is niet
hypocriet, dat is menselijk. Net zoals het kennelijk universeel
menselijk is dat we gegrepen worden door andermans ellende. Die
cocktail van sensatiezucht, medelijden, leedvermaak en oprechte
betrokkenheid is het hoofdbestanddeel van het meeste nieuws en het gros
van de TV programma's.
Journalisten en regisseurs appeleren namelijk graag aan
de diep verankerde behoefte aan verhalen. De mens heeft weinig geduld
voor abstrakte feiten of statistieken. Maar al sinds de oertijd en
in alle culturen vertellen mensen elkaar hun verhalen. In elk verhaal
gaat er wat mis, en vaak een heleboel tegelijk. Wanneer we daarom
moeten lachen noemen we dat komedie. Wanneer het verhaal ons ontroert
of boos maakt, dan is het tragedie. En als er niets gebeurt dat ons raakt,
dan is het geen verhaal.
In het dagelijkse leven is het niet
anders. Want je kunt het gezegde ook omdraaien: Geen nieuws is
goed nieuws. Zolang je van vrienden of familie niets hoort, ga je er
van uit dat alles normaal is. Hoe is het? Alles goed? Dan gaat het
gesprek al snel over op iets anders. Maar als er wel iets is, dan vraag
je door. Hoe lang al? Wat erg voor je! En wat nu? Kan ik ergens mee
helpen? De uitvergroting van slecht nieuws is dus niet specifiek
voor de media, maar is algemeen menselijk. Wanneer alles goed gaat is
dat heel fijn voor die persoon, maar als hij dat al te breed etaleert
vinden we dat vervelend en patserig. Voor andermans sores
hebben we wel een en al oor.
In traditionele (schaamte) culturen ligt dat wat anders.
Veel Somaliers vinden dat je de vuile was niet buiten moet hangen. Het
is gebruikelijk om naar buiten toe mooi weer te spelen en de familie-
of clan naam hoog te houden. In dat soort culturen wordt er daarom nog
ouderwets veel geroddeld. Want iedereen wil natuurlijk graag weten hoe
het echt zit. Als mensen de moed hebben om voor de camera eerlijk
ook over de minder mooie gebeurtenissen uit hun leven te vertellen, dan
veroorzaakt dat een schok. Toch is open kaart spelen veel zinvolller
dan roddelen. Pas als de waarheid op straat ligt, kunnen we nadenken
over oplossingen. Dan kunnen we lering trekken en krijgt het verhaal
een moraal.
Vergelijk het ook eens met een portretfoto. Als
mensen poseren voor een fotograaf doen ze mooie kleren aan en trekken
ze hun gezicht in een stijve glimlach. Zo krijg je saaie, nietszeggende
tronies. Een (nieuws) fotograaf zoekt het dramatische moment, de
lach of de traan. Misschien het moment waarop je de loterij wint.
Maar de kans is groter dat je op dat moment wordt afgevoerd door een
ambulance. Of dat je zojuist ontslagen bent. Of je staat voor je
brandende huis. Een vreselijk moment voor jou levert misschien
wel een hele mooie foto op. Journalistiek is een raar beroep.
November 2012 - Direct na de eindmontage van Nomaden en Piraten was daar de marathon van Amsterdam, die ik dit jaar voor de tweede
keer heb gelopen. Het maken van een documentaire-serie kun je wel
vergelijken met zo'n lange afstandsloop: De eerste helft gaat
makkelijk, maar die laatste loodjes wegen zwaar. Lange dagen met
monotoon monteren, boze telefoontjes met allerlei instanties en de
eeuwige technische rompslomp voordat de programmas compleet,
foutloos afgewerkt en met alle goede formuliertjes en titels erbij op
de server van de omroep staat. Regelmatig werd het de laatste maand
nachtwerk tegen de deadline, en hardlooptrainingen schoten er bij in.
Toch nog redelijk uitgelopen, en de dag erna naar Egypte. Een weekje
uitblazen en schrijven aan nieuwe plannen.
Van de arabische lente merk je niets in Luxor. Hier
spreken ze trouwens -terecht- van "de revolutie", die nog lang niet
afgelopen is. Wel zijn voedselsubsidies geschrapt en is alles duurder
geworden. Daarom proberen de venters nog wat brutaler hun prullen te
slijten aan de toeristen. Er moet brood op de plank en bang voor de
politie zijn ze niet meer. We worden de steenhouwerij van de familie
Morsi ingeduwd (familie van de nieuwe president?) Drie generaties
ambachtslieden zitten met hamers en beitels klaar om een ingestudeerd
verkooppraatje op te voeren. Achter hun planken vol glimmende
mini piramides en gipsen farao's.
Terwijl de echte graftombes en tempels na duizenden jaren nog fier overeind staan, zijn
de wegen, winkelcentra, promenades en betonnen hotels van het moderne Egypte binnen een paar jaar aftands
en vervallen. Het moet pijnlijk zijn voor de mensen hier, net als
voor de Grieken en de Azteken: Ze zullen hun verre voorvaderen nooit
meer overtreffen.
Vanwege het slachtfeest zijn
veel Egyptische gezinnen op vakantie in eigen land en dus ben ik
de enige westerling op een glasbodemboot op zoek naar dolfijnen. Een
vrouw rijkt mij een bakje met nootjes aan, maar schrikt als ik er drie
uit graai. De rest van de boot moet er ook nog van eten.
Cultuurverschillen, ook hier. Bij een koraalrif mogen we snorkelen. De
gehoofddoekte vrouwen blijven aan boord, maar vaders en kinderen
springen moedig met zwemvest en duikbril het water in. Binnen een
minuut moeten er twee kokhalzend aan boord getakeld worden. De meeste
Egyptenaren kunnen helemaal niet zwemmen.
Een van hen, Achmed, studeert toerisme aan een
Amerikaanse college in Cairo. Hij verwacht dat het nog jaren zal
duren voordat Egypte een normale democratie heeft, na decennia
van dictatuur. Maar hij is wel optimistisch. En deze moderne,
westerse jongeman is helemaal weg van moslembroeder Morsi.
Terug in Nederland blijkt dat Rutte en Samsom in
hun haast om het land te redden al weer een flink stuk publieke
omroep hebben geschrapt. Als ik op het mediapark enthousiast een nieuw
programma kom pitchen, tref ik twee omroepbonzen in zak en as. Ze maken
zich zorgen of ze hun pensioen nog wel halen. Ik heb al heel wat
bezuinigingen meegemaakt, maar deze 100 miljoen komt hard aan. De
rest van het land stoort zich aan de zorgpremies. Rutte 2 staat maandag
pas op het bordes, maar het is nu al crisis.
Oktober 2012 - Discriminatie:
Het woord heeft de belegen smaak van de vorige eeuw. Niemand durft het
nog in de mond te nemen, maar ondertussen wordt er meer gediscrimineerd
dan ooit. Hedendaags racisme -ook al een woord dat je niet meer mag gebruiken-
is subtiel. Niemand zal roepen dat hij iets tegen zwarten
heeft, maar het is heel normaal geworden om domme vooroordelen openlijk
te ventileren en daar zelfs trots op te zijn. Borrelpraat, de
onderbuik: vroeger was het taboe, nu geldt het als ultieme waarheid: Je mag het eigenlijk niet zeggen, maar het is natuurlijk wel zo.
Neem nu de arme Obama. Vier jaar geleden nog
een hoopvol symbool van gelijke kansen, nu het voorbeeld van de neger
die drie dubbel zo hard zijn best moet doen om zich te bewijzen. Obama
heeft de Amerikaanse economie uit het slop gehaald en de oorlog in Irak
beeindigd. Met de omstreden maar effektieve inzet van drones slaagde
hij erin Osama te vinden en hij hervormde de gezondheidszorg. Grote
fouten maakte hij niet en er waren geen schandalen. Al met al blijft hij nog
even geloofwaardig en innemend als voorheen.
Hij heeft het dus aantoonbaar veel beter gedaan dan
zijn voorgangers Bush en Clinton, die werden achtervolgd door sex- en
corruptieschandalen en veel minder resultaten bereikten. En toch zou
hij best eens kunnen
verliezen van een onsympathieke blaaskaak die ook nog eens lid is van
een enge sekte. Hoezo gelijke kansen?
In Nederland is het allemaal nog erger. Een
medelander in de politiek is hier nog vaak een excuus-allochtoon met
een fopbaan. De Amerikanen noemen dat "Uncle Tom", de
ongevaarlijke zwarte bediende die het spel meespeelt en zich
schikt in zijn bijrol. Denk aan de paljas John Leerdam. Of Ayaan Hirsi Ali, die precies roept wat de Nederlanders willen horen.Gekleurde
politici die hun plaats niet kennen en te doortastend zijn
worden afgerekend. Denk aan de nichtjes Albayrak, die eerder dit
jaar het veld moesten ruimen. Nebarat werd onterecht uitgelachen toen
ze in Pauw en Witteman volhield dat ze gewoon de beste kandidaat
lijsttrekker was voor de PvdA. Volgens Pauw en Witteman was ze voor
alles een allochtoon die het zou moeten hebben van Turkse en
feministische stemmen. Nurten was een kordate COA-directeur die op
achterbakse
manier onderuit is gehaald.
Mijn serie Nomaden en Piratenis
deze maand op TV, en we krijgen veel reacties. Wat mij zelf is
opgevallen is dat veel Somaliers Nederland een prettig en vriendelijk
land vinden. Maar toch vlucht de helft naar Engeland of de VS.
Nederland is open en uitnodigend, als je maar net zo wordt als de
Nederlanders, zegt een somalische wetenschapper, die jarenlang aan de
landbouwuiniversiteit werkte. Veel ruimte om jezelf blijven is er
kennelijk niet, en
over de islam wordt nog steeds negatief doorgezeurd. Dat heet
'repressieve tolerantie', een ander begrip uit de oude doos.
Een goed geintegreerde, hoogopgeleide vrouw vertelt in de
serie zelfs dat een werkgever eiste dat ze haar familienaam
Mohamed zou
veranderen! Klanten zouden daar negatief op reageren. Dat lijkt mij een
van de meest krenkende vormen van discriminatie die je kunt verzinnen.
Jammer dat deze vrouw daar geen aangifte van heeft gedaab.
Er
valt genoeg aan te merken op de houding en de inzet van de somaliers,
zo blijkt uit de serie. Maar de Nederlandse samenleving zou meer moeten
investeren in deze nieuwkomers. Nu worden ze aan hun lot overgelaten,
en grijpen we (net als bij de turken en marokkanen) pas in als
het is fout gegaan. De geschiedenis herhaalt zich.
Ondertussen blijf ik hopen dat Obama herkozen wordt.
Niet omdat hij zwart is, maar omdat hij verreweg de beste president van de USA is die ik heb meegemaakt.
September 2012 - Het politieke circus draait deze dagen weer
overuren. Lijsttrekkers vertonen hun kunstjes en wringen zich in
allerlei bochten om de kiezer te behagen. Dit zijn de vijfde tweede
kamer verkiezingen in tien jaar tijd en elke keer zijn er weer meer
debatten en lijsttrekkers op tv. Het is vermoeiend en overdadig,
maar het is wel mooi dat er voor al die programma's kijkers zijn.
Politiek scoort en dus is de democratie springlevend. Of niet?
Rond de laatste "normale" verkiezingen in 1998
versterkte ik de Haagse redaktie van EenVandaag. Politiek was toen
nog saai. Het dagelijkse programma Den Haag Vandaag van Ferry Mingelen
had iets van een stoffige schaakrubriek: Alleen voor ingewijden. Maar
het ging wel heel goed met Nederland en er was voor het eerst
sinds mensenheugenis
zelfs een begrotingsoverschot. Het debat ging daarom eens een keer niet
over bezuinigingen maar over nieuwe plannen. De lijsttrekkers Kok,
Borst, De Hoop Scheffer en Dijkstal waren geen visionaire hoogvliegers,
maar dit was een unieke kans om iets van hun idealen te verwezenlijken.
Er werd gepraat over een nieuwe luchthaven (op zee), bestuurlijke
vernieuwing, de wachtlijsten in de zorg, beter onderwijs.
Helaas kwam er na de verkiezingen niets
van terecht. De technocraten vervielen in hun vertrouwde,
oneindige rekensommen. Ik verwerkte mijn teleurstelling in de (achteraf
profetische) documentaire "De Paarse Polder" (2000), waarin de
toenmalige ministers Pronk en De Vries de halfbakken poldercompromissen verdedigen.
Volgens Klaas de Vries zaten de kiezers helemaal niet te wachten
op "flitsende" leiders die "ver voor het peloton rijden". Maar
een jaar later was daar opeens Pim Fortuijn en werd het nooit meer
zoals het was aan het Binnenhof.
Inmiddels zijn we gewend aan populistische politiek
en slepen we ons van de ene naar de andere mediahype. Dit theater van
ronkende slogans en grote gebaren trekt veel publiek, maar de kwaliteit
van het bestuur is niet beter geworden. Het ontbreekt nog steeds aan
visie en goede ideeen. Omdat politici alleen maar roepen
wat de mensen willen horen, ondergraven ze hun eigen
geloofwaardigheid.
Als je de peilingen mag geloven stevenen we af op
Paars 3. Paars 1 was twintig jaar geleden revolutionair. Het eerste
kabinet zonder CDA liberaliseerde en privatiseerde Nederland tot het
consumentenparadijs dat nu failliet is. Paars 2 was zoals al gezegd
een ongeinspireerde herhaaloefening. Paars 3 zou best wel eens zinvolle
hervormingen kunnen doorvoeren. Misschien dat de nieuwe coalitie van
VVD, PvdA en D66 het politieke midden weer kan reanimeren, want dat is
nodig.
Verkeren de westerse democratie in een soort kijcijfercrisis, in de rest van de wereld wordt
de ene na de andere dictator verjaagt. We zijn nu druk bezig om
daarover het komende jaar een nieuw, ambiteus programma te van de grond
te krijgen. Want democratie is meer dan een eindeloze stroom van
tweets, soundbites en flitspeilingen. Het is een verhaal van vrijheid
versus onvrijheid. Een verhaal waaraan iedereen mee kan doen en waarin
je als kiezer zelf een stem hebt.
Augustus 2012 - Deze week "Des Hommes et des Dieux" op DVD
gezien, een succesfilm uit 2010. Franse feelgood films zoals
de geweldige hit "intouchables" trekken dit jaar volle zalen,
maar dit waargebeurde verhaal over Franse monniken die in Algerije
worden vermoord door moslim extremisten laat geen lekker gevoel achter.
De film is sober, bijna documentair, en ademt een mystieke
martelarensfeer. Geen makkelijke film dus en toch brak "Over mensen en
goden" in Frankrijk alle records.
De film raakt een snaar, en zeker bij mij. Het
herinnert me aan mijn eerste, vluchtige kennismaking met de
wereldwijde Jihad. Begin jaren negentig was Algerije in de
greep van het moslim extremisme. Islamisten pleegden aanslagen en
(buitenlandse) journalisten werden vermoord. De hele wereld was bang
dat Algerije een soort Iran zou worden. Dat was een van de redenen om
me in 1993 als correspondent voor radio1 en Trouw in buurland
Marokko te vestigen. Ik was net afgestudeerd en
op zoek naar avontuur. En dus nam ik op een dag de trein naar Algiers.
Met knikkende knieen, want ik had geen idee wat ik daar kon verwachten.
Hoe kon ik de terroristen herkennen? En zouden ze mij herkennen als
buitenlandse journalist?
Het viel mee. Ik vond een hotel in het moderne,
westerse centrum van de stad. Er was weinig aan de hand. Ik
kon uitstapjes maken naar de buitenwijken en ontmoette
mensenrechten activisten en berber-leiders. Interessant, maar met
moslim extremisme had het weinig te maken. Ik had nog geen baard of
burka gezien. De dag voor mijn terugreis besloot ik de medina in te
gaan, het oude centrum waar de Islamisten de meeste aanhang hadden.
Mijn dure hypermoderne audio-recorder waar ik al mijn
studentencentjes in had geinvesteerd nam ik mee in een tas, want ik
wilde straatinterviews doen in de traditionele Souk. Ik wist dat
het niet verstandig was, maar ik kon moeilijk thuiskomen zonder verhaal.
Op een stil plekje bij de oude stadsmuur ben ik
beroofd door een groepje jongens, die me de tas van mijn
schouder trokken en wegvluchtten in het doolhof van de
medina. Natuurlijk, dit had ook in Meppel of Lutjebroek kunnen gebeuren
en het was voorbij in twee seconden, maar tijdens die twee seconden had
ik wel een mes op mijn keel gehad.
De volgende dag heb ik met lege handen en zonder
mijn recorder de trein terug naar Marokko genomen en een paar
maanden later kreeg ik een suffe kantoorbaan bij Endemol in
Hilversum. Ik gaf mijn prille correspondentschap op. Als journalist was
ik nog te onervaren en voor het martelaarschap ben ik niet in de
wieg gelegd.
Want dat kun je de monniken in de film verwijten: Wat voor
zin heeft het om beveiliging te weigeren en je uiteindelijk weerloos te
laten afslachten? Idealen en principes? De moderne moslem martelaar
sterft ook voor zijn idealen maar sleurt in een moeite door zoveel
mogelijk mensen mee in zijn dood. Hij is juist niet weerloos. Met zijn
bomgordel maakt hij van zichzelf een wapen. De monniken daarentegen
zijn typische dhimmi's, die met hun christelijk-pacifistische moraal
tevergeefs proberen de tegenpartij te ontwapenen. Een houding die haaks
staat op de tijdsgeest. Ook in Frankrijk vinden veel mensen dat
fundamentalisten harder moeten worden aangepakt (burka verbod etc).
Populisten roepen dat we de westerse waarden met regelgeving en
desnoods geweld moeten beschermen. En bijna niemand gelooft meer
dat in een open samenleving alles
vanzelf wel goed komt.
Ook met de monniken kwam het dus niet goed. Toch maakt
het verhaal grote indruk. Niet alleen op mij en op de gemiddelde
bioscoop bezoeker, maar ook op de gewone mensen in brandhaarden over de
hele wereld, waar hulpverleners hun werk blijven doen met gevaar
voor eigen leven. Zoals pater Klaas Schilder, al veertig jaar actief in het de laatste maanden weer onrustige Oost Congo.
Maart 2012 - Kony 2012
is de meest bekeken film allertijden op youtube, maar krijgt ook veel
kritiek. De slachtoffers uit Noord Oeganda waren boos en teleurgesteld.
Hun verhaal komt nauwelijks aan bod en de diepere bedoeling
achter de slogan ("Make Kony famous") ontgaat ze. Ik zelf
vond de reportage tegenvallen. Op een paar mooie animaties na heeft het
weinig visuele of dramatische zeggingskracht. En wat
informatie betreft komt de campagnefilm niet verder dan dat Kony
een boef is die iets met kinderen doet. Over de bizarre leider van het Verzetsleger van de Heer zijn veel verhalen gemaakt die veel beter en meeslepender zijn.
Kony is eigenlijk al vijftien jaar tamelijk beroemd, en
dat is een tweede kritiekpunt. Er lopen in mislukte
staten als Colombia, Afghanistan en Congo bosjes Konys rond, bandieten
met een ideologisch of religieus stokpaardje, die vrij spel hebben in
gebieden waar de overheid het laat afweten. Kony is al jaren op de
vlucht en vormt -anders dan de film suggereert- geen bedreiging meer.
Toen ik twee jaar terug in Congo zat, zwierf hij met zijn laatste
getrouwen door een groot wildpark in de buurt. Ik heb nog overwogen om hem te zoeken. Het echte verhaal is waarom een opkomende, sterke staat als Oeganda Kony zo lang zijn gang heeft laten gaan.
Verder
is het irritant dat de maker zijn eigen zoontje erbij haalt om daarmee
het verdriet invoelbaar te maken. Dit vanuit de helaas vaker
voorkomende, tamelijk racistische en gelukkig onterechte veronderstelling
dat de (blanke) kijker zich niet zou kunnen verplaatsen in het leed van
Oegandese kinderen en ouders. Dat maakt de film tot platte, lege hulpverleningsporno. Ik geloof ook niet dat de miljoenen kijkers inderdaad later deze maand massaal posters en stickers zullen verspreiden, zoals de film wil.
Zelf maakte ik onlangs een portret van Charles
Taylor, de Liberiaanse warlord en een Kony in het kwadraat. Ook ik heb
er voor gekozen om het leed van de slachtoffers in Liberia en Sierra
Leone buiten beschouwing te laten en het verhaal te verplaatsen naar de
Verenigde Staten, waar Taylor jarenlang woonde. Maar niet omdat ik denk
dat de kijker wegzapt bij de bekende gruwelverhalen. In mijn verhaal
brengen de verhalen van Taylors amerikaanse jeugdvrienden de kijker
juist dichter bij het onderwerp, de psychopaat en oplichter Taylor.
Binnenkort op TV, en daarna ook op internet. Nu maar hopen dat het net
zo'n hit wordt als Kony.
Februari 2012 - Met
rode viltstiften tekenen ze bloed en tranen op elkaars gezichten. Even
later zingt het groepje uitgeprocedeerden het somalische volkslied voor
een publiek van grijze hanekammen. Aksievoerend Amsterdam heeft
vanavond iedereen gemobiliseerd in dit voormalige kraakpand. Het is
bedoeld als snoeiharde manifestatie tegen het uitzetbeleid, maar het
wordt een rommelige reunie van hippies op leeftijd. Alsof de tijd hier heeft stilgestaan: Anti apartheids-veteraan Klaas de Jonge is er, een miskend schrijver declameert een aanklacht tegen het vorige kabinet, verregende
occupyers komen voor de veganistische maaltijd en het gratis biobier.
Hier heerst de urgentie van de bejaardensoos en de Somaliers druipen al
snel af.
Ik
ben net begonnen met opnames voor een docu-serie over Somaliers in
Nederland, en mijn onderwerp is opeens actueel. De uitgeprocedeerde
Somalis haalden rond de jaarwisseling het nieuws met hun tentenkamp in
Ter Apel, en vorige maand kondigde het kabinet aan de somalische
softdrug qat te gaan verbieden. De handel in het stimulerende plantje
veroorzaakt hier en daar wat overlast en het gebruik zou de integratie
van Somaliers in de weg staan.
Ik heb een paar keer geprobeerd qat te kauwen en het
is me slecht bevallen. De smaak is bitter. Qatkauwers drinken
tijdens de urenlange qatsessies cola of fanta om de wrangheid
te verdrijven. De werking van qat is te vergelijken met een pittige espresso, redbull
of nicotine. Het is niet verslavend. Je kunt zeggen dat qat de
somaliers afhoudt van zinvolle dagbesteding zoals werk (zoeken), maar
dan kun je de cafe's en coffeeshops overdag ook wel sluiten. Als het
verbod straks van kracht is, vinden niet alle gebruikers opeens een
baan. Dus zulen ze de verveling op een andere manier gaan
verdrijven.
Het is volgens mij principieel onjuist om qat te
verbieden in het liberale Nederland. Het is ook een verkeerd signaal
naar de Somaliers toe. Volgens orthodoxe moslems zijn tabak en qat
volgends de Koran net zo verboden als alcohol. Terreurbewegingf Al
Shabaab, die grote delen van Somalie bezet, heeft qat uitgebannen. In
Nederland willen we dat immigranten los komen van vastgeroeste
religieuze
tradities. Niet de Koran, de imam of de dominee maar jij zelf bent
verantwoordelijk voor de
morele keuzes die je maakt. Je vertaalt de regels van de islam of de
Bijbel naar de tijd en de cultuur waarin je leeft. Dat betekent dat je
op een volwassen manier
leert om te gaan met genotsmiddelen. Voorlichting en regulering kunnen
daarbij helpen. Het is onnederlands om iets maar te verbieden omdat een
minderheid het
niet aankan. Het qatverbod is dus eigenlijk een staaltje door de
PVV gedoogde islamisering.
Januari 2012 -
In de uitgestorven haven van Eilat (Israel) staan tienduizenden Japanse
auto's te
wachten op kopers. Voetbalvelden vol nieuwe Nissans en Honda's onder
een dikke
laag woestijnzand. Slechts een paar kilometer van strand en boulevard
stuit ik op dit surrealistische beeld. Degelijke middenklassers
voor onbepaalde tijd geparkeerd in de woestijn. Deze auto's worden
waarschijnlijk nooit meer verkocht, nu de recessie in Europa doorzet.
Ondertussen draaien de fabrieken in Azie door en staat een groeiende voorraad nieuwe auto's weg te roesten op entrepots over de hele wereld.
's Avonds op mijn hotelkamer naar de nieuwste show van Hans Teeuwen
gekeken, via de website van RTL. Het viel erg tegen. Teeuwen was in de
jaren negentig vernieuwend en provocerend. Hij stak de draak met
politiek correcte heilige huisjes. Na de moord op Van Gogh mengde hij
zich in het "islam-debat" en brak een lans voor de vrijheid van
meningsuiting.
Maar inmiddels is dat allemaal normaal en Teeuwens
rol is uitgespeeld. Hij realiseerde zich dit zelf ook en probeerde hetzelfde
kunstje in Engeland, begon een tweede carriere als jazzzanger,
maakte internetfilmpjes en speelt nu voor het
eerst in zeven jaar weer een comeback cabaretprogramma.
Teeuwen is een karikatuur van zichzelf geworden die
met veel schreeuwen, schelden, gekke bekken, poep pies en schuttingtaal
een gebrek
aan echte grappen en verhalen probeert te maskeren. Er zaten best leuke
en absurdistische passages tussen, maar we hadden het allemaal wel
eerder gezien, en beter. De enige inhoud was
een keurig, moralistisch liedje over de islam.
Eind vorig jaar werd bekend dat Teeuwens vriend
cartoonist Nekschot stopt met tekenen. Nekschot kreeg korte tijd enige bekendheid
omdat hij ooit werd
gearresteerd voor discriminatie, daarna raakten zijn humorloze,
racistische
tekeningen weer in de vergetelheid en nu gooit hij het bijltje erbij
neer.
Het nieuwe Nederland met zijn grimmige klimaat
vraagt om een nieuwe generatie cabaretiers en cartoonisten. Want wat
relativerende humor zullen we het komende jaar met de economische
neergang goed kunnen gebruiken.