23 februari 2014 -
Gisteren overleed, op 98 jarige leeftijd, de dichter Leo Vroman. Ik mocht de man 25 jaar geleden interviewen, toen hij een eredoctoraat kreeg in Groningen. De dichter en zijn vrouw waren toen al in de zeventig en speciaal voor de gelege
nheid overgekomen uit de Verenigde Staten, waar Vroman werkte als wetenschapper. Ik studeerde nog Nederlands en Vroman was toen al mijn favoriete dichter. Het werd een leuk interview, dat de volgende dag verscheen in het Nederlands Dagblad. Vroman bleek een bijzonder aardige, eenvoudige man. Een typische bioloog inclusief geitenwollen sokken, geboeid door het leven in al zijn verschijningsvormen. De persoon viel dus helemaal samen met de dichter.
    Zijn verzamelde gedichten waren toen net verschenen, bijna duizend paginas geschreven tussen 1946 en 1985. "Marco, dit boek is te dik", schreef hij als opdracht in mijn exemplaar. Toch verschenen er sindsdien nog meer dan duizend pagina's poezie, bijna elk jaar een   nieuwe dikke bundel. De laatste verschijnt binnenkort postuum. Het is uniek dat een schrijver tot op zo'n hoge leeftijd creatief blijft en een hoog nivo houdt.
    Vroman had een geheel eigen toon, humanistisch maar nergens belerend of plechtstatig. Wel oneindig nieuwsgierig. Hij ontleedt het leven in taal. Hij schrijft over dagelijks geluk en het wonder van de natuur. Maar als oorlogsslachtoffer schuwde hij ook het wereldnieuws niet, met rampen en bloedbaden. Zijn poezie is toegankelijk, persoonlijk en afwisselend humoristisch en ernstig. Daarin heeft hij navolging gekregen. Vroeger was er een strikte scheiding tussen light verse en serieuze poezie, bij de dichters van deze tijd loopt dat meer door elkaar. Vroman schreef als emigrant soms in een gedateerd Nederlands, maar toch komen zijn gedichten altijd fris en eigentijds over. Hoewel hij met zijn vrouw al jaren in een bejaardenhuis woonde, bleef hij geinteresseerd in nieuws en nieuwe dingen. De laatste jaren experimenteerde hij met computerkunst.
     Over Vroman werd in 2009 een mooie documentaire gemaakt. Zelf zat ik vrijdag bij het omroeparchief Beeld en Geluid te zoeken naar beelden van Martinus Nijhoff, de grootste dichter van voor de oorlog. Ik zou graag een documentaire over hem maken, omdat ook zijn gedichten nog altijd een breed publiek aanspreken. Maar ik vond slechts twee seconden beeld, een Poiygoon flits van een vergadering uit 1951, twee jaar voor Nijhoffs dood. Het is een bizarre gedachte dat iemand die zo beroemd was, nooit op camera is geinterviewd en wellicht verder zelfs nooit is gefilmd. Nijhoff is betrekkelijk jong overleden, net voor de opkomst van de televisie. Het wordt moeilijk om zijn verhaal nu nog in beeld te brengen. Gelukkig hebben we zijn gedichten nog, net als die van Vroman:

"Naarmate mijn uren verstrijken
met mijn herinneringen
haast ik mij heel oude dingen
met heel andere te vergelijken:

mijn ziel met een leegstaand huis
daarin een getraliede val,
daarin een verwezen muis,
en daarin het heelal..."
(Leo Vroman, 1998)
     


1 Januari 2014 -
Weer veel agressie tegen politie en brandweer bij de jaarwisseling. Ons rapport blijft helaas actueel. Hier vind je trouwens de tekst van het complete rapport.

December 2013 -
Ik weet niet of ik er trots op moet zijn, maar deze maand stond ik voor de derde keer in een jaar bijna voor de kort geding rechter.  Eind vorig jaar wilde Jeugdzorg een uitzending verbieden, omdat ze in een interview nota bene zelf een verkeerd beeld hadden geschetst van vermeend misbruik van een uithuis geplaatst meisje. Dit voorjaar dreigde de moeder van de vermoorde rapper Purl Vyent naar de rechter te stappen. Ze maakte bezwaar tegen herhaling van een interview met Purl, waarin hij openlijk sprak over zijn drugshandel. En nu heeft zedendelinquent Zoka van A. een gerenommeerd advocatenkantoor op de NTR afgestuurd. Deel twee van de serie Zwart Wit vertelt het verhaal van deze Zoka, schrijver van het beruchte boekje "De Ondergang van Nederland". Zoka maakte bezwaar tegen een shot van de straat waar hij woont en waar wij hem vroegen om een reactie op onze bevindingen.
    Dit soort procedures zijn kostbaar en de uitslag is onzeker, ook al heb je je aan alle journalistieke regels gehouden. Natuurlijk is er vrijheid van nieuwsgaring, maar de privacy weegt voor een rechter ook zwaar. Daarom probeer je toch steeds maar tot een compromis te komen. Ik wil mijn verhaal kunnen ve
rtellen, zonder dat de betrokkenen daar allerlei problemen mee krijgen. In alledrie de gevallen is dat gelukt, door een tekst wat te veranderen, een stukje eruit te knippen of een beeld te vervangen. Het verhaal van Purl is uiteindelijk niet herhaald, uit pieteit met de nabestaanden.
    De serie Zwart Wit heeft er inhoudelijk niet onder geleden, en dat is het belangrijkste. De serie is goed bekeken en positief gewaardeerd. Gelukkig ook door de meeste mensen die er aan meededen. Zoals de familie 
Janmaat en de speurders naar de zaak Vaatstra. Volgend jaar hoop ik nog een paar afleveringen te maken, zodat ik uiteindelijk in zeven of acht delen het hele verloop van het integratiedebat kan schetsen. De mooiste beelden uit deze eerste serie staan in deze kerstclip. 
    Verder verscheen deze maand ook mijn eerste boek, een rapport over geweld tegen publieke dienstverleners, dat ik met twee collega's schreef. Het klinkt saai, maar het zijn allemaal waargebeurde incidenten die we hebben uitgezocht en beschreven. Ik vond het leuk om weer wat meer te schrijven, dus daar wil ik volgend jaar ook mee verder.

   

Oktober 2013 -
Ik ben een weekje onderweg in het noordoosten van Marokko, in het kader van research voor een documentaire over de Hofstadgroep. De moord op Van Gogh is al weer bijna tien jaar  geleden en twintig jaar geleden woonde ik een tijdje in Marokko als correspondent. Als er hier in de tussentijd iets is veranderd, dan is het ten goede. Marokko voelt niet meer aan als een derde wereldland. Je waant je eerder in zuid europa. De wegen zijn goed onderhouden, er ligt minder troep op straat en je ziet trouwens ook minder hoofddoekjes dan in Amsterdam West.
     Twintig jaar geleden berichtte ik voor ondermeer dagblad Trouw over de dingen die helaas nog steeds actueel zijn: vluchtelingen die in gammele bootjes de oversteek naar Europa wagen, terrorisme en burgeroorlog  (destijds in buurland Algerije) en natuurlijk de integratieproblemen van Marokkaanse jongens in Nederland. Daar werd begin jaren negentig al volop over geschreven in de dagbladen en ik deed daar dus aan mee.
    In 20
02 keerde ik voor het eerst terug naar Marokko, voor een verslag over een project van de gemeente Amsterdam voor Marokkaanse probleemjongeren. Samen met toenmalig wethouder Ton Hooijmaaijers bezochten we de sloppenwijken van havenstad Larache. Een groep Amsterdamse crimineeltjes zou hier met behoud van uitkering stenen huisjes gaan bouwen voor de allerarmsten. Zo deden ze wat voor hun land van herkomst -was de gedachte- en hadden ze weer een reden om trots op zichzelf te zijn. Geen slecht idee in het kader van reclasssering, maar niet echt een typisch Hooijmaaijers-project. Hij had het ook niet zelf bedacht, maar kon het wel goed verkopen. En zo volgden we de brallende wethouder in zijn maatpak door modderige steegjes en langs open riolen.
    Aan het einde van de rondleiding wilden we graag ook nog met de probleemjongeren zelf spreken. Het waren er vijftien, maar al snel bleek dat geen van hen voor de camera  wilde vertellen waarom hij aan het project meedeed. Dat had de gemeentevoorlichter niet goed voorbereid. De deelnemers waren boos op de gemeente. Ze bleken namelijk helemaal geen crimineeltjes die hun leven wilden beteren. Het waren juist de brave borsten die zich hadden opgegeven voor het traject. Ze zagen het als een mooie stage voor een baan in de bouw.  Met veel moeite kreeg ik een zo ver dat hij iets wilde zeggen over het verhardende klimaat in Nederland. Hooijmaaijers stond er bedremmeld bij te kijken.
    Achteraf gezien was dit waarschijnlijk zijn meest onschuldige oplichterij. Want terwijl ik terug ben in Marokko wordt hij veroordeeld tot vier jaar cel voor corruptie. Hij zou miljoenen hebben geincasseerd van allerlei vastgoedmagnaten. Het sloppenproject werd trouwens een jaar later, in 2003, zonder opgaaf van redenen stopgezet.
     

September 2013 -
Terwijl Mark en Diederik er maar niet in slagen een meerderheid voor hun plannen te formeren, dreigt voor de derde keer in deze eeuw een electorale opstand. De eerste afrekening was in 2002 na de moord op Fortuijn, de tweede bij het referendum over de Europese grondwet in 2005. En anno 2013 gaapt er weer een kloof tussen Den Haag, dat zich blind staart op de cijfertjes, en het volk dat gelooft dat het land kapot bezuinigd wordt. Toch zit het probleem volgens mij niet in die 3%. Mark en Diederik, die al maar wegzakken in de peilingen, hebben gewoon geen echte oplossingen. Want ze begrijpen deze crisis niet.
   Het zit hem niet in het begrotingstekort. Met een kloppende overheidsbegroting trekt de markt niet automatisch aan. Het probleem zit in de struktuur van onze economie. Als je er even bij nadenkt moet je erkennen dat de SP al jaren gelijk heeft. Jan Marijnissen was
de enige politicus die al in de jaren negentig -toen er nog niets aan de hand leek- ageerde tegen  de neoliberale consensus.
   Alexander, Mark, Diederik, Buma en trouwens ook Emile zijn min of meer generatie genoten van mij.  We groeiden 
op in een -ook toen al- zieltogende verzorgingsstaat en waren rond de twintig toen de Berlijnse muur viel en het geloof in de vrije markt gemeengoed werd. De grenzen gingen open en een periode van spectaculaire groei brak aan. Dat leek toen een win win situatie: Wij in het westen konden goedkoop consumeren en voormalige derde wereld landen ontwikkelden zich in een hoog tempo. Maar inmiddels kun je na tien jaar recessie niet meer van "crisis" spreken. Het is normaal geworden. Na het failliet van de klassieke verzorgingstaat en het bankroet van het communisme, is nu ook het westerse kapitalisme vastgelopen. Jammer dat onze  leiders niet verder komen dan bezuinigen. Ze hopen dat de markt wel weer aan trekt. Maar de markt is in deze crisis niet de oplossing maar het probleem.
    De vrije markt was eeuwenlang de motor van de vooruitgang. Het idee stamt uit de verlichting en is dus veel ouder dan het "neo"-liberalisme. Adam Smith prees al in de achttiende eeuw "de onzichtbare hand" van de markt. In Spanje kunnen ze goed sinaasappels verbouwen, in Nederland leent het klimaat zich voor aardappels en kaas. De onzichtbare hand zorgt ervoor dat onze produkten in Spanje terechtkomen, en wij Spaanse sinaasappels op de markt kunnen kopen. Als de grenzen open zijn zorgt De Hand ervoor dat de produkten op de meest geschikte plaats zo goedkoop en goed mogelijk gemaakt worden. Een simpel idee, maar een kind kan bedenken dat die regel niet op dezelfde manier geldt voor mobiele telefoons, spijkerbroeken of derivaten. 
   Het marktdenken leidde tot de industrialisering in de negentiende eeuw. Door concurrentie werden producenten gedwongen om inventief te zijn. Ze bedachten nieuwe produkten die het leven gemakkelijker maken: de auto, de computer, de diepvriesmaaltijd. En ze slaagden er met machines in steeds goedkoper te produceren. De arbeiders kregen steeds meer vrije tijd. Zelfs zoveel, dat er nu in het westen struktureel te weinig werk is voor lager opgeleiden.
    Wie de mogelijkheid had zocht zijn broodwinning hogerop, in de veelbezongen kenniseconomie. Maar ook dat valt tegen. De verwende consument is veel te lui geworden om te studeren. Kennis is niet cool. Alleen de financiele dienstverlening floreerde, maar pas later werd duidelijk tegen welke prijs. Banken bleken vooral bezig met speculeren op neergang en andersmans ellende en moesten uiteindelijk ook nog eens zelf gered worden. Dat destruktieve casinokapitalisme heeft de wereld niets te bieden.Toch wordt het niet verboden.
    Al met al kun je niet anders concluderen dan dat de vrije markt leidt tot werkloosheid. We zijn overbodig geworden, afzetgebieden voor goedkope troep. 
De arbeiders van nu zijn uitgebuitte loonslaven ver weg, de kapitalisten zijn virtuele dieven. Allemaal dankzij  "De onzichtbare hand" . Niemand zit te wachten op nog meer rationalisering en efficientie, want dat betekent dat er nog minder mensen een normaal leven kunnen leiden dankzij eerlijk werk.
    Waar zitten we dan wel op te wachten? Meer banen. Meer duurzaamheid. De oplossingen zijn bekend: Belast kerosine. Ontmoedig "slepen met dozen"  en flitskapitaal. Stimuleer lokale, duurzame produktie. Maak arbeid goedkoper. Geef mensen een basisinkomen (mini-uitkering). Investeer in goed onderwijs. Allemaal dingen waar je Mark en Diederik nooit over hoort.



Augustus 2013 - 
Hans Teeuwen was de eerste zomergast van deze mooie zomer. Het programma dat ooit sprankelend en spraakmakend was, is helaas al jaren een doodgeproduceerde egotrip. Ook Teeuwen en presentator Wilfried de Jong wisten er niet iets spannends van de maken. Zoals Youp van 't Hek de archetypische babyboomer is met zijn valse romantiek en dubbele moraal (links lullen, rechts vullen), zo geeft Teeuwen al jaren stem aan de patat generatie: Puberaal en verwend. Hij gelooft nergens in en vindt dat zelf wel cool en gedurfd. Maar er zijn miljoenen Nederlanders van zijn generatie die nergens in geloven en met niets of niemand solidair zijn. Eigenlijk is Teeuwen een doodgewone "moderne Nederlander" en zijn zijn grappen doorgedraaide kantoorhumor.   
    Sinds de moord op zijn vriend Theo van Gogh heeft Teeuwen dan toch een thema gevonden, waarvoor hij wel op de barricades wil: de vrijheid van meningsuiting die bedreigd zou worden door islamisering. Het is vreemd dat juist mensen die nergens in geloven, zo hechten aan deze vrijheid. Ze willen ongestraft de overtuigingen van andere mensen onderuit kunnen halen. Het zijn beeldenstormers die niet rusten tot het laatste heilige huisje is verwoest en iedereen zal moeten accepteren dat de wereld een grote puinhoop is. Volgens hen zou de wereld mooier en vreedzamer zijn, als niemand meer ergens in  zou geloven. Dat lijkt me een denkfout. De meeste atheisten zijn geen vegetarische humanisten die zich inzetten voor een betere wereld. De meesten zijn als Teeuwen, en kijken niet verder dan hun neus lang is.  Omdat iedereen alleen nog maar voor zichzelf leeft, ontstaat een "wereld van markt en strijd" (Houellebecq) en sneuvelen allerlei sociale verbanden.
    Vrijheid van meningsuiting is prima, maar gebruik die dan ook om tijdens dat urenlange interview wat zinvols of grappigs te melden.  In plaats van als een depressieve clown achterover te hangen.
    Zo nu en dan dwaalde ik af naar het veel urgentere boek op mijn schoot. "Marked voor Death" van Wilders. Dat gaat natuurlijk ook over islamisering. Hij publiceerde het vorig jaar voor de Amerikaanse markt. Daar flopte het, en ook hier bleef het nagenoeg onopgemerkt. Toch is het interessant genoeg. Voor het eerst ontvouwt Wilders (althans zijn ghostwriter) hier zijn complete visie op de geschiedenis van de Islam en de relatie met het westen. Het is goed onderbouwd en maakt een geleerde indruk, heel anders dan Wilders eerste pamflet ("Kies voor Vrijheid", uit 2004). Het boek is hier en daar zelfs overtuigend en onthult tal van feiten die ik in ieder geval niet kende. Ik zou het vooral moslims aanraden om te lezen.
    De geschiedenis van de Islam kent veel geweldadige periodes, hoewel het Christendom natuurlijk veel agressiever en bloediger is geweest (en in de ogen van veen moslims nog steeds is). Wilders heeft zijn huiswerk goed gedaan, maar ook hij maakt een cruciale denkfout. Zoals bekend beschouwt hij de Islam als een ideologie met als uiteindelijk doel de wereldheerschappij. Nu wist de profeet in het Mekka van de zevende eeuw waarschijnlijk niet eens waar Nederland lag, en Amerika bestond nog niet eens. Wilders wil ons doen geloven dat moslims al vijftienhonderd jaar bezig zijn met een groot masterplan om de wereld te veroveren. Een ongekeerde kruistocht, waarin ze ook nog eens vooral nederlagen moeten incasseren. 
    Maar dat masterplan bestaat natuurlijk helemaal niet. Religies kunnen eeuwenlang overleven juist omdat elke generatie en iedere cultuur er de dingen uit kan halen die op dat moment van pas komen. In het heilige boek kun je lezen wat je wil. Voor de een is het vrede, voor de ander jihad. Door toeval komen bepaalde stromingen en interpretaties een tijdje bovendrijven, totdat er weer een nieuwe wind opsteekt. Een nieuwe paus? Homos kunnen gerust ademhalen en bootvluchtelingen wrijven in hun handen. De laatste maanden is de moslim minderheid in Birma (Myanmar) het slachtoffer van razzias onder leiding van de bloeddorstige boedhistische monnik Wirathu. Met geschoren hoofd en rode sarong lijkt hij een broer van de Dalai Lama maar hij geeft een hele nieuwe draai aan Zen.
     De geschiedenis hangt van toeval en absurditeiten aan elkaar. Dat een gek in een grot met een aantal vliegtuigen een wereldmacht kan doen wankelen? Je zou het niet verzinnen. Alleen de meest verstokte gelovigen proberen daar nog een metafysische noodzakelijkheid in te zien. Eigenlijk is Wilders dus een moslim. Hij gelooft in het grote plan van God.  
    Ik niet, maar toch ben ik niet tegen religie. Het wereldtoneel zou zonder goden waarschijnlijk een nog grotere bende zijn. In de geschiedenis spelen religies geen doorslaggevende rol en gaat het uiteindelijk om macht en geld. Maar op het kleine vlak van menselijke relaties hebben religies wel wat succes. Ook daar zijn mensen van nature vooral bezig met hun eigen egocentrische behoeften. Maar Boedha, Jezus, Mohammed en de hele santenkraam motiveren miljarden mensen om iets fatsoenlijker en moreler door het leven te gaan, ook onder moeilijke omstandigheden. Ze bieden een perspektief op de ander en op de eeuwigheid. Dat helpt soms (een beetje). 


juni 2013-
De afgelopen weken eindelijk de veelgeprezen serie Borgen bekeken. Je moet er even inkomen, maar al snel is de Deense dramaserie verslavend. Zojuist ook van het derde seizoen genoten.Vooral van hoofdro
lspeelster politica Birgitte Nyborg. Zij is een vrouw waar je, ongeacht je politieke kleur, blind op zou stemmen: Gedreven, oprecht, humoristisch, innemend en slim. Maar helaas is deze fictieve politica in het echt een hele goede actrice. En in het echt zijn politici helaas vaak B-acteurs, met platte karakters, slechte teksten en kleffe emoties.
        Ondertussen lijkt het Deense politieke landschap uit de serie verrassend veel op het onze. Ook daar hebben ze een rechts-populistische "Vrijheidspartij" met een onorthodoxe leider (die trouwens meer lijkt op Henk Bleker dan op Wilders) die aanschopt tegen het establishment en het debat in zijn greep houdt.
     De serie gaat vooral over de verwevenheid van media en politiek op de Deense burcht. Politieke analisten en spin docters wisselen hun rollen daar net zo vaak en snel als Jack de Vries en Felix Rottenberg in Nederland.  Wat ook bekend voorkomt is de neiging van TV redakties om van de politiek een circus te maken en politici als gedresseerde apen "kunstjes" te laten doen voor een roze plopkap.  
   
Onlangs werd bekend dat de man die van dit alles niets moet hebben binnenkort met pensioen gaat: Ferry Mingelen. Hij is al sinds 1984 het gezicht van de Haagse NOS-redaktie, en alleen al daarom is zijn  vertrek het einde van een tijdperk. Met zijn eeuwige  studenten-brilletje en zijn leeftijdloze kapsel was Mingelen al die jaren een rots in de branding van hypes en machinaties. Modes volgden elkaar op, leiders kwamen en gingen, nieuwe partijen vochten zich naar binnen, maar Mingelen bleef onveranderbaar en onkreukbaar. Ook na bijna dertig jaar is het raden naar zijn politieke voorkeuren.
    Ik heb zelf eind jaren negentig een formatie moeten verslaan voor EenVandaag. Dat betekent veel wachten bij gesloten deuren, speculeren en roddelen met collegas. Verder is het  dringen en duwen om maar vooraan te staan als er iemand naar buiten komt met een quote en met "nieuws".
    Het is geen verheffend werk en dat liet Mingelen dan ook over aan zijn jongere collegas. Maar op persconferenties stond hij wel vooraan, en moesten de jonge honden hun muil houden. Ik herinner me een persconferentie van formateur Klaas de Vries. Er waren tientallen verslaggevers, maar alleen de meest ervaren collegas waagden het een vraag te stellen. Max van Weezel, Frits Westers en Mingelen vroegen gedetaillleerd naar breekpunten en hangijzers in de komende formatie. Toen het na wat nietszeggende antwoorden ("Daar zijn we nog niet uit") stil viel, raapte ik mijn moed bij elkaar en stelde -niet gehinderd door al te veel kennis van de Haagse dossiers- voor de verandering een open vraag: Wat is eigenlijk uw gevoel bij het begin van deze formatie? Wat wilt u bereiken? De Vries gaf een best wel bevlogen antwoord over "een nieuw millenium" en "hooggespannen ambities". Later die middag klopte Ferry Mingelen bedremmeld op de deur van de montagewagen. De NOS camera had net even uit gestaan, zei hij: Of ik voor hem een kopietje wilde trekken van die toch wel aardige quote? En alleen die quote werd die avond overal uitgezonden. Je kunt dus ook te ingevoerd zijn, en de voor de hand liggende dingen niet meer zien.
    Zelf laat Mingelen doorschemeren dat hij hoopt op een tweede leven als talkshow-gast. Straks zit hij dus mee te kraaien tussen Prem en Maurice de Hond. Kan hij dat? Wil hij dat? Ik hoop van harte van niet. De tijden veranderen, en dat is op zich helemaal niet erg. Maar het is wel prettig als sommige mensen gewoon niet mee veranderen. 


mei 2013 -
Hij was de afgelopen weken bijna dagelijks op tv, maar het heeft niet geholpen. Illegaliteit wordt strafbaar en PvdA-lid Sander Terphuis is er niet in geslaagd om het regeerakkoord open te breken. Zoals vaak wanneer het over het asielbeleid gaat, was het hele mediaspektakel van een bedroevend nivo. Na de aandoenlijke tieners Mauro en Sahar mocht nu de gehandicapte Iranier het Nederlandse schuldgevoel kietelen. Ze zijn de zielige zeehondjes van het immmigratiedebat, dat op die manier steeds weer vol schiet met sentiment.
    De illegalen over wie het gaat bleven onzichtbaar. De meer dan honderduizend mannen en vrouwen die voor ons koken, schoonmaken en post bezorgen zijn niet zielig. Ze zoeken hun geluk in een ongelijke wereld. Ze redden zichzelf en dat is maar goed ook, want er is in Den Haag niemand die voor ze opkomt.  Integendeel. Politici zoals Lodewijk Asscher verzinnen kreten als "mensenhandel" en "moderne slaverniij".  Het klinkt beter als je kan zeggen dat je "slaven bevrijdt", terwijl je eigenlijk op illegalen jaagt. En dat laatste gaat nog beter als straks hun enkele aanwezigheid voldoende is om ze vast te zetten.     De PvdA top roept nu dat het in de praktijk allemaal wel los zal lopen. In Nederland gaan heus geen razzias plaatsvinden. Ondertusssen zitten de uitzetcentra vol, wordt het aantal arbeidsinspekties opgevoerd in risicovolle  branches zoals de tuinbouw en worden Ghanese werksters in Heemstede uit bussen van Connexxion geplukt.  Er is weinig aandacht voor, want ze zijn onzichtbaar en ze zijn niet zielig. Er valt geen eer aan te behalen voor de PvdA.
      Wie herinnert zich de Amsterdamse kleernaker Gumus nog? Ook een immigrant die een media storm  veroorzaakte. Maar Gumus moest van de PvdA bewindsvrouw wel het land uit. Niet zielig genoeg. Helaas is de partij twintig jaar later niet wijzer geworden. De werkende illegalen in Nederland verliezen straks ook hun enige recht: Het recht op zijn. Daarmee zijn ze vogelvrij. Terwijl aandacht voor hun succes juist het draagvlak voor immigratie zou vergroten.
    Ik probeer regelmatig ideeen over deze groep te slijten bij opdrachtgevers. Maar alleen het woord illegaal al werkt op de gaapspieren bij hoofdredacteuren: ze zijn murw van de zielige verhalen over uitgeprocedeerden, metersdikke dossiers, uitzichtloosheid. Terwijl de meeste illegalen sterke en ondernemende overlevers zijn. Wanneer staat de arbeidsmigrant op die deze groep pioniers een aansprekend gezicht kan geven?




21 april 2013 -
Na al die jaren eindelijk eens oog in oog met Geert Wilders. Dit jaar ga ik mijn documentaire over zijn jonge jaren afmaken. Twee keer in Israel geweest, met tientallen oude vrienden en vriendinn
en gesproken, veelbesproken oude fotos en brieven opgeduikeld. Nu is het tijd om mijn onderwerp zelf te benaderen. Op een mail van twee maanden geleden had hij niet gereageerd, en dus besloot ik hem aan te spreken op straat.
    Het circus Wilders is op "verzetstoer" en deed afgelopen zaterdag Volendam aan. De PVV fractie kwam in een zwarte toerbus de smalle dijk oprijden. Motoragenten kijken toe, maar het is allemaal betrekkelijk gemoe
delijk.  Er blijken weinig echte PVV fans op het evenement afgekomen, maar het is een mooie dag en het is dus druk in de haven. Al snel trekken  Geert en zijn discipelen honderden mensen. Hij gaat met zo op de foto en deelt handtekeningen en folders uit.
    Het is hier en daar wat dringen, maar toch kom ik met mijn Canon 5D makkelijk dicht bij Wilders en maak mooie opnames. Hij is in een goed humeur en charmeert zich een weg door de menigte. Even kijkt hij recht in de lens met een gulle lach. Dit is de Wilders zoals we hem meestal niet zien.

    Dat beeld past ook in de serie die ik voor de NTR aan het maken ben: Het andere beeld, de mens achter de boeman. De vraag is wel of Wilders daar zin in heeft. Hij doet immers zelf zijn best om het imago van eenzame strijder in stand te houden.
    Terwijl collega journalisten klagen dat ze van hem weggehouden worden door het cordon agenten en beveiligers, slaag ik erin hem aan te spreken, een hand te geven en mijn visitekaartje te overhandigen. Dan trekt de karavaan weer  verder.
    Bij een marktkraam schudt Wilders de hand van een Turkse groenteboer. Die biedt middels een groot bord Wilders een doos "Hollandse aardbeien" aan, "ook lekker op een spacecake". Wilders kan er wel om lachen.  Even later stapt hij met zijn bodyguards een auto in. Terug achter kogelvrij glas. Veertig minuten 'vrijheid' zijn voorbij gevlogen.



16 April 2013 -   De heropening van het Rijksmuseum was een mediahype. Aan de tien jaar durende verbouwing werd zelfs een doc
umentaire van vier uur lang gewijd, waaruit bleek dat het bouwproces vertraagd werd door oneindige inspraak en laffe poldercompromissen. Leidt dolgedraaide democratisering tot geslaagde architectuur? Vandaag zelf maar eens gaan kijken en helaas, nee. Het resultaat is een wisselvallig allegaartje.
    Via een klein trappetje (dankzij de trainerende fietsersbond) beland je in het immense atrium. Dat
is mooi en modern (maar niet bijzonder en ook niet overzichtelijk). Helaas gaat dat ten koste van de zalen. Die zijn krap, vol en goedkoop afgewerkt. De vloer oogt en voelt als kliklaminaat waarop hier en daar lappen tapijt zijn geplakt. Ook het tapijt lijkt betrokken van de bouwmarkt. De kenmerkende, neogotische gewelfde plafonds worden verpest door grote vierkante, zwarte armaturen. De oude entree aan de Stadhouderskade is prachtig in oude staat teruggebracht, maar detoneert nu bij de rest van het interieur. Het museum voelt niet als een eenheid, maar als een aantal losse componenten, waarbij de onderlinge verhoudingen zoek zijn. 
    Anders dan vroeger zijn schilderijen en andere antieke voorwerpen nu door elkaar heen geplaatst. Dus staan de zaaltjes vol met oude meubels, bustes en vitrines met servies. Kitsch van vroeger (niet veel anders dan bling bling van nu) die de aandacht afleidt van de schilderijen aan de muur. Daarmee wordt de kunst gereduceerd tot illustratie van de vaderlandse geschiedenis, net als oude kostuums of antieke wapens.  Dat leek misschien een paar jaar terug een goede zet, maar inmiddels is de discussie over een nationaal historisch museum zelf al  weer geschiedenis.
 


Is het rijksmuseum net open, een ander markant gebouw van architect Cuypers dreigt binnenkort te sluiten: TBS kliniek Veldzicht in Balkbrug, een imponerende gevangenis met een slotgracht en hoge hekken. Ik kom er wel eens omdat ik er binnenkort een documentaire hoop te draaien. Vorige week hingen er opeens allemaal spandoeken. Niet alleen voor de de ingang van de kliniek, maar ook in het dorpje zelf. Veldzicht is namelijk een van de vele gevangenissen die het kabinet wil weg bezuinigen.
    Elders loopt men te hoop tegen de komst van TBS'ers, maar in Balkbrug zijn ze trots op hun jarenlange ervaring met de kliniek. Vijfhonderd banen staan op de tocht, en dat komt hard aan in dit kleine dorp. Ook de ter beschikking gestelden zijn niet allemaal blij. Zitten ze straks met een enkelband thuis? Worden ze dan helemaal niet meer behandeld en komen ze dus nog moeilijker uit de TBS?
    TBS ligt gevoelig in de media sinds een aantal geruchtmakende ongelukken en misdrijven tijdens proefverloven. Dat is al weer jaren geleden, maar het is daarom nog steeds moeilijk om toestemming te krijgen om te filmen in een kliniek. De voorlichter is bang voor hetze in de Telegraaf en kamervragen. Toch zijn er de afgelopen jaren een paar mooie documentaires gemaakt over TBS en ook de serie Buch in de Bajes is verrassend goed, genuanceerd en openhartig. Het kan dus wel.
    De bewoners van Balkbrug zijn in ieder geval gehecht aan hun medebewoners. Zij maken de TBS'ers van dichtbij mee, en hebben een reeel beeld. Zo'n beeld wil ik ook geven in mijn documentaire. 
     



April 2013 - Op de Dam, waar nu nog de kermis raast, vindt over drie weken de troonwisseling plaats. Een echte koning; Ik had niet gedacht dat het er nog van zou komen. Juliana, de koningin uit mijn jeugd, blijft voor mij het archetype van de  poldermonarch: een nationale grootmoeder met vlinderbril, krulspelden en soepjurk, breiend bij de haard terwijl ze zweverige kersttoespraken prevelt. Carrierevrouw Beatrix had al grote moeite om zich in de ceremoniele rol te schikken. En Willem Alexander zal zich als man helemaal ongelukkig gaan voelen als koekhapper en lintenknipper. Net als zijn vader zal hij meer willen. Maar er is niet meer.
    Sterker nog, er is minder, want nu wordt de kabinetsformatie
ook al buiten het staatshoofd om bedisseld. Ze zullen zich op het paleis trouwens wel verkneukelen over het feit dat Rutte II zo'n fiasco dreigt te worden. Stom, helemaal die eerste kamer vergeten! De kersverse koning kan straks als keizer Nero vol leedvermaak aanschouwen hoe Mark, Diederik en Lodewijk in de arena worden verscheurd door de leeuwen. Niemand kan ze naar huis sturen. Ze zullen moeten doorploeteren tot het bittere eind, in de wetenschap dat vroeger of later al hun plannen tevergeefs zullen blijken,  omdat een of ander futiel onderdeeltje geen meerderheid haalt in de eerste kamer.
    Wat mij betreft gaat de volgende formatie, van het kabinet Wilders-Krol of misschien wel Wilders-Roemer, gewoon weer als vanouds op het paleis. En blijft de monarchie nog eeuwen in stand. Want een koninklijke familie past heel goed in de celebrity-cultuur van nu. Een onverwoestbaar sprookje, waar mensen graag in willen geloven en dat ze veel meer raakt dan een gekozen president. Het koningshuis is een levend "huis van de geschiedenis", de langst lopende reality-soap aller tijden. Oranje is toptelevisie, dat zal ook op 30 april weer blijken. 




Maart 2013 -
De kwestie Yunus leidt tot een politieke rel.
De Turkse premier Erdogan reisde omwille van dit Turkse  jongetje in een Nederlands lesbisch pleeggezin zelfs naar Den Haag om daar te bekvechten met Mark Rutte. Afgelopen jaar brachten wij hetzelfde thema al pregnant in beeld in de serie Nomaden en Piraten: Ialamitische pleegkinderen opgevoed door westerse pleegouders. Ook in onze reportage figureerde toevallig een lesbisch stel.
    Maar daar gaat het helemaal niet om. Het is tekenend dat de hele discussie nu verzand in de bekende nationale nichterigheid: Kom niet aan onze homos, jullie onverdraagzame moslims!  In werkelijkheid gaat het over kinderen die op dubieuze gronden van hun ouders zijn afgepakt en in een hele andere cultuur terecht komen. Yunus was als baby met botbreuken naar het ziekenhuis gebracht. Dat kan veroorzaakt zijn door mishandeling of verwaarlozing, maar dat is in dit geval nooit bewezen. Zijn ouders willen hem graag zelf opvoeden, maar dat kunnen ze vergeten. Hier geldt namelijk het nadeel van de twijfel.
     Een thema dat wij als een van de eersten in beeld brachten en uitdiepten, is nu dus opeens voorpagina nieuws. Dat overkwam me de afgelopen jaren vaker, en soms is dat jammer. Ik ben eigenlijk constant bezig om buiten de  actualiteit en de gebaande paden nieuwe verhalen en themas te ontdekken. Als veel later de grote horde agenda-journalisten voorbijraast, op weg van de ene hype naar het volgende dingetje, sta ik aan de kant. Ik ben al weer met heel andere dingen bezig.
    Echt jammer is het niet. Ik heb lang genoeg meegelopen in de eerste lijns nieuwsjournalistiek, om te weten dat je daar nauwelijks toekomt aan checken en uitzoeken en vooral bezig bent met het recyclen van persberichten van anderen. Een echte journalist vindt dat na een paar jaar onbevredigend en zoekt de verdieping. Nu ontdek ik bijna dagelijks nieuwe dingen, relevante feiten en verhalen die verder nog niemand weet. Ik voel me vaak een ontdekkingsreiziger in eigen land. Het is veel interessanter en spannender dan elkaar napapegaaiende nieuwsreporters. Ik weet hoe het is om het hele land te moeten informeren over iets waarvan jezelf een half uur eerder nooit gehoord had en waarvan je nauwelijks meer weet dan de kop boven een persbericht en de kreten die via je oortje tot je komen. Afwisselend, enerverend maar erg oppervlakkig. Nu voel ik me een echte journalist met zijn poten in het bluswater. Mijn verhalen halen de ene keer de voorpagina, de andere keer de geschiedenisboekjes. Beiden zijn  belangrijk.    



Februari 2013 -
Ik realiseerde me onlangs dat ik dit jaar twintig jaar bij de televisie werk. Een jubileum dat vorige maand geheel onopgemerkt voorbij is gegaan. Geen receptie, geen vergulde vulpen, niets. Dat is ook niet zo vreemd, want in die twintig jaar heb ik voor letterlijk alle publieke en commerciele omroe
pen wel iets gedaan, en bijna altijd als freelancer. Ik had slechts twee jaar ergens een vast contract en ben nu al weer vijf jaar buitenproducent.
    Hilversum was geen jeugddroom van mij. Ik had als puber zelfs een grondige hekel aan het medium.
Televisie was toen nog "voor het hele gezin", met veel gezapige quizzen en tenenkrommende showprogramma's. Er was doorgaans inderdaad "geen bal op de TV", om met Doemaar te spreken.  In mijn studententijd  had ik niet eens een TV. En net afgestudeerd schreef ik liever doorwrochte verhalen voor "high brow" bladen als de Groene Amsterdammer, Elsevier en Intermediair.
    Toen lonkte opeens die baan bij John de Mol produkties: Ze zochten een juridisch onderlegde redakteur voor een nieuw infotainment programma: "Elke Nederlander wordt geacht de wet te kennen", bedacht en gepresenteerd door Frits Bom voor RTL4. Ik besloot mijn ziel niet te verkopen maar tijdelijk te verhuren aan de commerciele duivel. Zo'n vier maanden contract kan geen kwaad, redeneerde ik: Goed voor de bankrekening en de CV en daarna zien we wel weer.
    Ik verhuiste hals over kop van studiestad Groningen naar Amsterdam en had al snel mijn draai gevonden op het mediapark. Frits Bom was een inspirerende baas en bleek zelfs een verleden als jazztrombonist te hebben. Ook de andere collegas waren aardig en het werk was interessant en leerzaam. 
   Op de groepsfoto hiernaast heb ik een bescheiden plaats, in de linker bovenhoek, maar in feite was ik als enige jurist de spil van de redactie. Ik ontwierp de leader en vormgeving, zocht de gasten aan (rechters en politici) en bedacht de vragen. Ik herinner me nog de prettige spanning vlak voor de opnames en de euforie na de eerste, geslaagde live uitzending, januari 1993. Na het eerste seizoen kreeg ik gelijk een baan aangeboden als eindredacteur van een dagelijks kijkcijferkanon, maar koos toch weer voor de serieuze schrijvende journalistiek.
   Na nog wat omzwervingen belandde ik bij Tweevandaag en verzoende me allengs met de wetten van de verrekijk. Want ook de TV-journalistiek ontwikkelde zich. Was alles eerst nog stijf en langzaam en zag je het nieuws uit de krant een paar dagen later pas op TV, inmiddels zijn de roilen omgedraaid. De gedrukte media hobbelen nu vaak achter het bewegende beeld aan. Natuurlijk zijn er ook negatieve ontwikkelingen, maar toch ben ik van mijn medium gaan houden, zeker in de vrije rol die ik sinds vijf jaar heb.
    Ondertussen hoor ik steeds vaker dat studievrienden de TV de deur uit hebben gedaan. Er wordt veel gemopperd over commercie en platte programmering, ook op de publieke omroep. Toch is er tegelijkertijd aantoonbaar meer kwaliteit op de buis. Er worden dagelijks interessante documentaires uitgezonden, soms ook op prime time. De diversiteit in actualiteitenprogramma's is toegenomen, zodat we niet meer steeds naar hetzelfde hypes hoeven te kijken. En er is veel mooi nederlands drama zoals Penoza en Overspel, met een nivo dat tien jaar geleden nog ondenkbaar was.
    Televisie wordt gaandeweg opgeslokt en overgenomen door internet, maar het overjarige medium beleeft juist nu (ook internationaal) haar gouden jaren.  En ook ik ga het komende jaar een nieuw kwaliteitsslag maken, waarover later meer. Op naar de volgende twintig jaar!





Januari 2013 -
De h
ele maand op researchreis in Myanmar en Cambodja, een orientatie in het kader van de serie Great Dictators. Dat is ook een hele maand zonder tv en krant. Op mijn laptop kijk ik zo nu een dan een aflevering van de spannende serie Homeland, als er internet is check ik snel Google nieuws, maar verder ben ik aangewezen op de meegebrachte boeken over Pol Pot en Aung San.  
    Toch gaat hier het "gewone" werk door. Ik werk een aantal nieuwe formats uit, schrijf het eerste hoofdstuk van een rapport over geweld tegen hulpverleners en staande voor een tientallen meters lang beeld van een liggende Boeddha krijg ik een inval over hoe ik straks mijn Wilders-film kan vormgeven.
    Op de dag dat Beatrix aankondigt af te treden, maak ik de voorbereidingen voor de uitvaart van Sihanouk mee in Cambodja. Deze omstreden koning en handlanger van de Khmer Rouges is nog steeds populaiir bij de mensen. Politiek zegt ze weinig, de killing fields lijken al lang vergeten en de moordenaars lopen vrij rond. Maar de vorst en geestelijk leider wordt in zijn kist letterlijk op handen gedragen. Het zal nog een hele toer worden om in dit middeleeuwse land volgend jaar een documentaire te maken over het doodgezwegen verleden. 



Kerstblog -
2012 was voor mij een relatief rustig jaar. De hoogtepunten kun je terugzien in mijn zweverige  kerstclip 2012. En de laatste maanden zijn helemaal relaxed. Ik kom nu toe aan mijn favoriete bezigheid: Het verzinnen en researchen van nieuwe programma's. Want volgend jaar moet er natuurlijk ook weer brood op de plank.
    Tijdens die voorbereiding kom ik op de vreemdste plekken en praat ik zonder camera met allerlei mensen. Het is zo leuk omdat je vaak nog niet weet wie of wat je aan gaat treffen en je altijd voor verrassingen komt te staan. Soms moet ik als een detective op zoek naar mensen die niet in de telefoongids of op facebook staan. Een uur later zit je met zo iemand aan de keukentafel en hoor je zijn verhaal aan. Afgelopen week reisde ik met de buurtbus naar een klein gehucht in de Wieringemeer. Ik ging op bezoek in een TBS kliniek. Ik praatte drie uur lang met ME'ers in de kantine van politiieburo Zoetermeer en ik ging op de thee bij een goeroe in een eeuwenoud tuinhuisje , verscholen in een grachtentuin.
    Minder leuk zijn de bezoekjes aan Hilversum, waar ik mijn ideeen moet verkopen. Het mediapark is in de ban van bezuinigingen. De omroepbonzen zijn zo druk met de cijfers en vergaderen, dat ze vaak niet eens meer tijd hebben om de duizend woorden te lezen, waarin ik mijn format heb verwoord. En omdat de managers eigenlijk altijd al te drukbezet waren om een A4tje te lezen, hebben ze de pitch uitgevonden: De programmamaker moet zijn idee verkopen met een juichende, spetterende korte mondelinge presentatie. In de hoop dat een vonk van zijn enthousiasme overslaat op de uitgebluste afnemer, die alles al honderd keer heeft gezien.
    Er zijn heuse pitch-opleidingen voor aanstormende programmamakers. Eerst leren pitchen en dan pas leren televisie maken. Een variant is de elevator-pitch, je idee verkopen in de minuut dat je met een hoge pief in de lift staat.  Dat verklaart misschien het grote aantal mislukte tv programma's. Alleen een sukkel koopt een auto op basis van loze verkooppraatjes in de showroom. Maar in de tv-wereld is dat dus normaal.
    Ik weiger voorgekookte verhaaltjes uit mijn hoofd te gaan leren of te gaan oefenen voor de spiegel. Maar gelukkig kan ik praten als de beste en heb ik een paar ideeen waar ik oprecht enthousiast over kan zijn. 2013 moet dus wel een prima jaar worden.


19 november 2012 -
Op de dag van de finale van Boer zkt Vrouw wordt een Friese boer gearresteerd voor de moord op Marianne Vaatstra.  Na dertien jaar geruchten en onrust blijkt de verdachte geen asielzoeker maar een 45-jarige melkveehouder uit Oudwoude, getrouwd en met twee kinderen.
   
In de toekomst zal blijken of Jasper S. Mariannes keel doorsneed om de politie en de publieke opinie op een dwaalspoor te zetten. Volgens de buurtbewoners was dat een typisch buitenlandse manier van vermoorden. Een westerling deed dat niet zo. Daarom ontstonden al snel geruchten over gezagsdragers die de zaak wilden toedekken en zelfs een verdachte Irakees hadden laten ontsnappen. De politie wilde niet stigmatiseren en deed dus maar geen onderzoek in het asielzoekercentrum, althans dat beeld kreeg de lokale bevolking. Een onverkwikkelijk beeld dat jaren door kon etteren. 
    Geen wonder dat de mensen boos werden. Ik was erbij toen een paar maanden later de bewoners van Kollum de burgemeester met eieren bekogelden uit protest tegen de komst van nog meer asielzoekers. "Ik ben helemaal geen racist", vertelde de voorzitster van het actie-comite tegen me:  "Ik ga ook gewoon uit eten bij de chinees of de pizzeria." De rest van Nederland lag dubbel om de domme opmerking, die keer op keer werd herhaald. Die provinciale Friezen! Maar de vrouw vertelde me ook dat haar zoon bij Marianne in de klas had gezeten. En dat ze niet begreep dat de dader niet gepakt werd. Het was toch duidelijk waar de politie moest zoeken?
    Ik denk dat de zaak Vaatstra een kantelmoment is in de recente geschiedenis. Het beeld van een Hollands meisje, in een Hollands weiland op onnederlandse wijze verkracht en gekeeld door een barbaars monster. Maar vooral ook het beeld van een elite die wegkijkt, die met zalvende politieke correctheid en juridische haarkloverij probeert "de boel bij elkaar te houden". Dat dit beeld niet klopte deed er niet toe. Het was iets wat mensen wilden geloven, en wat een grote groep mensen nog steeds gelooft. Twee jaar later begon Pim Fortuijn aan zijn opmars.
     Dat de vermoedelijke dader nu gevonden is, is ook groot nieuws. Maar het zal het ressentiment dat inmiddels is verankerd in onze volksaard niet wegnemen.
    


November 2012 -
 Ik heb de afgelopen twintig jaar verhalen gemaakt over dictators, massamoordenaars, drugsbaronnen en wapenhandelaren. Die waren daar nooit blij mee en lieten dat doorgaans ook weten via hun vertegenwoordigers. Toch heb ik nog nooit zoveel gedoe gehad als met de serie "Nomaden en Piraten".
    Eerst was er een maar net afgewend kort geding over een interview met een somalisch echtpaar. Daarna dreigde Jeugdzorg naar de rechter te stappen om een he
le aflevering te verbieden. En nu de serie uitgezonden is, loopt een deel van de somalische gemeenschap te hoop. Wij krijgen vooral hele positieve reacties, maar op facebook en somalische internetfora overheerst de kritiek.
    Afgelopen week organiseerde Cineblend een debat over de serie in het tropenmuseum. Het zaaltje liep stampvol met jonge, vaak hoog opgeleide somaliers die allemaal dezelfde klacht hadden: Zij herkenden zich niet in de probleemverhalen uit de serie. Met hun ging het wel goed. Waarom niet meer aandacht voor de positieve verhalen?
     Het werd een verhitte discussie waar we dinsdag niet echt uitkwamen. Presentatrice Yasmine Allas en ik hielden vol dat er wel degelijk positieve verhalen in zaten en dat we een balans hadden proberen te vinden. Maar we slaagden er niet in om de zaal te overtuigen. De positieve rolmodellen zaten er wel in, maar maakten kennelijk veel minder indruk op het publiek dan de dramatische probleemverhalen.
    Goed nieuws is geen nieuws, het is een journalistieke stelregel die vaak moeilijk te verdedigen is.  We zijn meer geboeid door een urgent en schokkend programma dan door een niets aan de hand-verhaal, totdat het over onszelf gaat. Je kunt nog zo graag naar medische programma's kijken, maar als je zelf in het ziekenhuis ligt, dan heb je liever even geen camera's. Dat is niet hypocriet, dat is menselijk. Net zoals het kennelijk universeel menselijk is dat we gegrepen worden door andermans ellende. Die cocktail van sensatiezucht, medelijden, leedvermaak en oprechte betrokkenheid is het hoofdbestanddeel van het meeste nieuws en het gros van de TV programma's.
    Journalisten en regisseurs appeleren namelijk graag aan de diep verankerde behoefte aan verhalen. De mens heeft weinig geduld voor abstrakte feiten of statistieken. Maar al sinds de oertijd en in alle culturen vertellen mensen elkaar hun verhalen. In elk verhaal gaat er wat mis, en vaak een heleboel tegelijk. Wanneer we daarom moeten lachen noemen we dat komedie. Wanneer het verhaal ons ontroert of boos maakt, dan is het tragedie. En als er niets gebeurt dat ons raakt, dan is het geen verhaal.
     In het dagelijkse leven is het niet anders. Want je kunt het gezegde ook omdraaien: Geen nieuws is goed nieuws. Zolang je van vrienden of familie niets hoort, ga je er van uit dat alles normaal is. Hoe is het? Alles goed? Dan gaat het gesprek al snel over op iets anders. Maar als er wel iets is, dan vraag je door. Hoe lang al? Wat erg voor je! En wat nu? Kan ik ergens mee helpen?  De uitvergroting van slecht nieuws is dus niet specifiek voor de media, maar is algemeen menselijk. Wanneer alles goed gaat is dat heel fijn voor die persoon, maar als hij dat al te breed etaleert vinden we dat vervelend en patserig. Voor andermans sores hebben we wel een en al oor.
    In traditionele (schaamte) culturen ligt dat wat anders. Veel Somaliers vinden dat je de vuile was niet buiten moet hangen. Het is gebruikelijk om naar buiten toe mooi weer te spelen en de familie- of clan naam hoog te houden. In dat soort culturen wordt er daarom nog ouderwets veel geroddeld. Want iedereen wil natuurlijk graag weten hoe het echt zit. Als mensen de moed hebben om voor de camera eerlijk ook over de minder mooie gebeurtenissen uit hun leven te vertellen, dan veroorzaakt dat een schok. Toch is open kaart spelen veel zinvolller dan roddelen. Pas als de waarheid op straat ligt, kunnen we nadenken over oplossingen. Dan kunnen we lering trekken en krijgt het verhaal een moraal. 
     Vergelijk het ook eens met een portretfoto. Als mensen poseren voor een fotograaf doen ze mooie kleren aan en trekken ze hun gezicht in een stijve glimlach. Zo krijg je saaie, nietszeggende tronies. Een (nieuws) fotograaf zoekt het  dramatische moment, de lach of de traan. Misschien het moment waarop je de loterij wint. Maar de kans is groter dat je op dat moment wordt afgevoerd door een ambulance. Of dat je zojuist ontslagen bent. Of je staat voor je brandende huis. Een vreselijk moment voor jou levert misschien wel een hele mooie foto op. Journalistiek is een raar beroep.


Novem
ber 2012 - Direct na de eindmontage van Nomaden en Piraten was daar de marathon van Amsterdam, die ik dit jaar voor de tweede keer heb gelopen. Het maken van een documentaire-serie kun je wel vergelijken met zo'n lange afstandsloop: De eerste helft gaat makkelijk, maar die laatste loodjes wegen zwaar. Lange dagen met monotoon monteren, boze telefoontjes met allerlei instanties en de eeuwige technische rompslomp voordat de programmas compleet, foutloos afgewerkt en met alle goede formuliertjes en titels erbij op de server van de omroep staat. Regelmatig werd het de laatste maand nachtwerk tegen de deadline, en hardlooptrainingen schoten er bij in. Toch nog redelijk uitgelopen, en de dag erna naar Egypte. Een weekje uitblazen en schrijven aan nieuwe plannen.
    Van de arabische lente merk je niets in Luxor. Hier spreken ze trouwens -terecht- van "de revolutie", die nog lang niet afgelopen is. Wel zijn voedselsubsidies geschrapt en is alles duurder geworden. Daarom proberen de venters nog wat brutaler hun prullen te slijten aan de toeristen. Er moet brood op de plank en bang voor de politie zijn ze niet meer. We worden de steenhouwerij van de familie Morsi ingeduwd (familie van de nieuwe president?) Drie generaties ambachtslieden zitten met hamers en beitels klaar om een ingestudeerd verkooppraatje op te voeren. Achter hun planken vol glimmende mini piramides en gipsen farao's. 
    Terwijl de echte graftombes en tempels na duizenden jaren nog fier overeind staan,
zijn de wegen, winkelcentra, promenades en betonnen hotels van het moderne Egypte binnen een paar jaar aftands en vervallen. Het moet pijnlijk zijn voor de mensen hier, net als voor de Grieken en de Azteken: Ze zullen hun verre voorvaderen nooit meer overtreffen. 
    Vanwege het slachtfeest zijn veel Egyptische gezinnen op vakantie in eigen land en dus ben ik de enige westerling op een glasbodemboot op zoek naar dolfijnen. Een vrouw rijkt mij een bakje met nootjes aan, maar schrikt als ik er drie uit graai. De rest van de boot moet er ook nog van eten. Cultuurverschillen, ook hier. Bij een koraalrif mogen we snorkelen. De gehoofddoekte vrouwen blijven aan boord, maar vaders en kinderen springen moedig met zwemvest en duikbril het water in. Binnen een minuut moeten er twee kokhalzend aan boord getakeld worden. De meeste Egyptenaren kunnen helemaal niet zwemmen.
     Een van hen, Achmed, studeert toerisme aan een Amerikaanse college in Cairo. Hij verwacht dat het nog jaren zal duren voordat Egypte een normale democratie heeft, na decennia van dictatuur. Maar hij is wel optimistisch. En deze moderne, westerse jongeman is helemaal weg van moslembroeder Morsi.
    Terug in Nederland blijkt dat Rutte en Samsom in hun haast om het land te redden al weer een flink stuk publieke omroep hebben geschrapt. Als ik op het mediapark enthousiast een nieuw programma kom pitchen, tref ik twee omroepbonzen in zak en as. Ze maken zich zorgen of ze hun pensioen nog wel halen. Ik heb al heel wat bezuinigingen meegemaakt, maar deze 100 miljoen komt hard aan.  De rest van het land stoort zich aan de zorgpremies. Rutte 2 staat maandag pas op het bordes, maar het is nu al crisis.




Oktober 2012 -
Discriminatie: Het woord heeft de belegen smaak van de vorige eeuw. Niemand durft het nog in de mond te nemen, maar ondertussen wordt er meer gediscrimineerd dan ooit. Hedendaags racisme -ook al e
en woord dat je niet meer mag gebruiken- is subtiel. Niemand zal roepen dat hij iets tegen zwarten heeft, maar het is heel normaal geworden om domme vooroordelen openlijk te ventileren en daar zelfs trots op te zijn. Borrelpraat, de onderbuik: vroeger was het taboe, nu geldt het als ultieme waarheid: Je mag het eigenlijk niet zeggen, maar het is natuurlijk wel zo.
    Neem nu de arme Obama.  Vier jaar geleden nog een hoopvol symbool van gelijke kansen, nu het voorbeeld van de neger die drie dubbel zo hard zijn best moet doen om zich te bewijzen. Obama heeft de Amerikaanse economie uit het slop gehaald en de oorlog in Irak beeindigd. Met de omstreden maar effektieve inzet van drones slaagde hij erin Osama te vinden en hij hervormde de gezondheidszorg. Grote fouten maakte hij niet en er waren geen schandalen. Al met al blijft hij nog even geloofwaardig en innemend als voorheen.  
     Hij heeft het dus aantoonbaar veel beter gedaan dan zijn voorgangers Bush en Clinton, die werden achtervolgd door sex- en corruptieschandalen en veel minder resultaten bereikten. En toch zou hij best eens kunnen verliezen van een onsympathieke blaaskaak die ook nog eens lid is van een enge sekte. Hoezo gelijke kansen?
     In Nederland is het allemaal nog erger. Een medelander in de politiek is hier nog vaak een excuus-allochtoon met een fopbaan. De Amerikanen noemen dat "Uncle Tom", de ongevaarlijke zwarte bediende die het spel meespeelt en zich schikt in zijn bijrol.  Denk aan de paljas John Leerdam.
Of Ayaan Hirsi Ali, die precies roept wat de Nederlanders willen horen.Gekleurde politici die hun plaats niet kennen en te doortastend zijn worden afgerekend. Denk aan de nichtjes Albayrak, die eerder dit jaar het veld moesten ruimen. Nebarat werd onterecht uitgelachen toen ze in Pauw en Witteman volhield dat ze gewoon de beste kandidaat lijsttrekker was voor de PvdA. Volgens Pauw en Witteman was ze voor alles een allochtoon die het zou moeten hebben van Turkse en feministische stemmen. Nurten was een kordate COA-directeur die op achterbakse manier onderuit is gehaald.
     Mijn serie Nomaden en Piratenis deze maand op TV, en we krijgen veel reacties.  Wat mij zelf is opgevallen is dat veel Somaliers Nederland een prettig en vriendelijk land vinden. Maar toch vlucht de helft naar Engeland of de VS. Nederland is open en uitnodigend, als je maar net zo wordt als de Nederlanders, zegt een somalische wetenschapper, die jarenlang aan de landbouwuiniversiteit werkte. Veel ruimte om jezelf blijven is er kennelijk niet, en over de islam wordt nog steeds negatief doorgezeurd. Dat heet 'repressieve tolerantie', een ander begrip uit de oude doos.
    Een goed geintegreerde, hoogopgeleide vrouw vertelt in de serie zelfs dat een werkgever eiste dat ze haar familienaam Mohamed zou veranderen! Klanten zouden daar negatief op reageren. Dat lijkt mij een van de meest krenkende vormen van discriminatie die je kunt verzinnen. Jammer dat deze vrouw daar geen aangifte van heeft gedaab.  Er valt genoeg aan te merken op de houding en de inzet van de somaliers, zo blijkt uit de serie. Maar de Nederlandse samenleving zou meer moeten investeren in deze nieuwkomers. Nu worden ze aan hun lot overgelaten, en grijpen we (net als bij de turken en marokkanen) pas in als het is fout gegaan. De geschiedenis herhaalt zich.
    Ondertussen blijf ik hopen dat Obama herkozen wordt. Niet omdat hij zwart is, maar omdat hij verreweg de beste president van de USA is die ik heb meegemaakt.     
    




September 2012 -
Het politieke circus draait deze dagen weer overuren. Lijsttrekkers vertonen hun  kunstjes en wringen zich in allerlei bochten om de kiezer te behagen. Dit zijn de vijfde tweede kamer verkiezingen in tien jaar tijd en elke keer zijn er weer meer debatten en lijsttrekkers op tv.  Het is vermoeiend en overdadig, maar het is wel mooi dat er voor al die programma's kijkers zijn. Politiek scoort en dus is de  democratie springlevend. Of niet?
    Rond de laatste "normale" verkiezingen in 1998 versterkte ik de Haagse redaktie van EenVandaag. Politiek was toen nog saai. Het dagelijkse programma Den Haag Vandaag van Ferry Mingelen had iets van een stoffige schaakrubriek: Alleen voor ingewijden. Maar het ging wel heel goed met Nederland en er was voor het eerst sinds mensenhe
ugenis zelfs een begrotingsoverschot. Het debat ging daarom eens een keer niet over bezuinigingen maar over nieuwe plannen. De lijsttrekkers Kok, Borst, De Hoop Scheffer en Dijkstal waren geen visionaire hoogvliegers, maar dit was een unieke kans om iets van hun idealen te verwezenlijken. Er werd gepraat over een nieuwe luchthaven (op zee), bestuurlijke vernieuwing, de wachtlijsten in de zorg, beter onderwijs.
    Helaas kwam er na de verkiezingen 
niets van terecht. De technocraten vervielen in hun vertrouwde, oneindige rekensommen. Ik verwerkte mijn teleurstelling in de (achteraf profetische)  documentaire "De Paarse Polder" (2000), waarin de toenmalige ministers Pronk en De Vries de halfbakken poldercompromissen verdedigen. Volgens Klaas de Vries zaten de kiezers helemaal niet te wachten op "flitsende" leiders die "ver voor het peloton rijden".  Maar een jaar later was daar opeens Pim Fortuijn en werd het nooit meer zoals het was aan het Binnenhof.
    Inmiddels zijn we gewend aan populistische politiek en slepen we ons van de ene naar de andere mediahype. Dit theater van ronkende slogans en grote gebaren trekt veel publiek, maar de kwaliteit van het bestuur is niet beter geworden. Het ontbreekt nog steeds aan visie en goede ideeen.  Omdat politici alleen maar roepen wat de mensen willen horen, ondergraven ze hun eigen geloofwaardigheid.
    Als je de peilingen mag geloven stevenen we af op Paars 3. Paars 1 was twintig jaar geleden revolutionair. Het eerste kabinet zonder CDA liberaliseerde en privatiseerde Nederland tot het consumentenparadijs dat nu failliet is. Paars 2 was zoals al gezegd een ongeinspireerde herhaaloefening. Paars 3 zou best wel eens zinvolle hervormingen kunnen doorvoeren. Misschien dat de nieuwe coalitie van VVD, PvdA en D66 het politieke midden weer kan reanimeren, want dat is nodig.
    Verkeren de westerse democratie in een soort kijcijfercrisis, in de rest van de wereld wordt de ene na de andere dictator verjaagt. We zijn nu druk bezig om daarover het komende jaar een nieuw, ambiteus programma te van de grond te krijgen. Want democratie is meer dan een eindeloze stroom van tweets, soundbites en flitspeilingen. Het is een verhaal van vrijheid versus onvrijheid. Een verhaal waaraan iedereen mee kan doen en waarin je als kiezer zelf een stem hebt.


Augustus 2012 -
Deze week "Des Hommes et des Dieux" op DVD gezien, een succesfilm uit 2010. Franse  feelgood films zoals de geweldige hit "intouchables"  trekken dit jaar volle zalen, maar dit waargebeurde verhaal over Franse monniken die in Algerije worden vermoord door moslim extremisten laat geen lekker gevoel achter. De film is sober, bijna documentair, en ademt een mystieke martelarensfeer. Geen makkelijke film dus en toch brak "Over mensen en goden" in Frankrijk alle records.
    De film raakt een snaar, en zeker bij mij. Het herinnert me aan mijn eerste, vluchtige kennismaking met de wereldwijde Jihad.  Begin jaren negentig was Algerije in de greep van het moslim extremisme. Islamisten pleegden aanslagen en (buitenlandse) journalisten werden vermoord. De hele wereld was bang dat Algerije een soort Iran zou worden. Dat was een van de redenen om me in 1993 als correspondent voor radio1 en Trouw in buurland Marokko te vestigen. Ik was net afgestudeerd en op zoek naar avontuur. En dus nam ik op een dag de trein naar Algiers. Met knikkende knieen, want ik had geen idee wat ik daar kon verwachten. Hoe kon ik de terroristen herkennen? En zouden ze mij herkennen als buitenlandse journalist?
    Het viel mee. Ik vond een hotel in het moderne, westerse centrum van de stad. Er was weinig aan de hand. Ik kon uitstapjes maken naar de buitenwijken en ontmoette mensenrechten activisten en berber-leiders. Interessant, maar met moslim extremisme had het weinig te maken. Ik had nog geen baard of burka gezien. De dag voor mijn terugreis besloot ik de medina in te gaan, het oude centrum waar de Islamisten de meeste aanhang hadden. Mijn dure hypermoderne audio-recorder waar ik al mijn studentencentjes in had geinvesteerd nam ik mee in een tas, want ik wilde straatinterviews doen in de traditionele Souk. Ik wist dat het niet verstandig was, maar ik kon moeilijk thuiskomen zonder verhaal.
     Op een stil plekje bij de oude stadsmuur ben ik beroofd door een groepje jongens, die me de tas van mijn  schouder trokken en wegvluchtten in het doolhof van de medina. Natuurlijk, dit had ook in Meppel of Lutjebroek kunnen gebeuren en het was voorbij in twee seconden, maar tijdens die twee seconden had ik wel een mes op mijn keel gehad.
     De volgende dag heb ik met lege handen en zonder mijn recorder de trein terug naar Marokko genomen en een paar maanden later kreeg ik een suffe kantoorbaan bij Endemol in Hilversum. Ik gaf mijn prille correspondentschap op. Als journalist was ik nog te onervaren en voor het martelaarschap ben ik niet in de wieg gelegd.
   Want dat kun je de monniken in de film verwijten: Wat voor zin heeft het om beveiliging te weigeren en je uiteindelijk weerloos te laten afslachten? Idealen en principes? De moderne moslem martelaar sterft ook voor zijn idealen maar sleurt in een moeite door zoveel mogelijk mensen mee in zijn dood. Hij is juist niet weerloos. Met zijn bomgordel maakt hij van zichzelf een wapen. De monniken daarentegen zijn typische dhimmi's, die met hun christelijk-pacifistische moraal tevergeefs proberen de tegenpartij te ontwapenen. Een houding die haaks staat op de tijdsgeest. Ook in Frankrijk vinden veel  mensen dat fundamentalisten harder moeten worden aangepakt (burka verbod etc). Populisten roepen dat we de westerse waarden met regelgeving en desnoods geweld moeten beschermen. En bijna niemand gelooft meer dat in een open samenleving alles vanzelf wel goed komt.
    Ook met de monniken kwam het dus niet goed. Toch maakt het verhaal grote indruk. Niet alleen op mij en op de gemiddelde bioscoop bezoeker, maar ook op de gewone mensen in brandhaarden over de hele wereld, waar hulpverleners hun werk blijven doen met gevaar voor eigen leven. Zoals pater Klaas Schilder, al veertig jaar actief in het de laatste maanden weer onrustige Oost Congo. 
   
 




Maart 2012 - Kony 2012
is de meest bekeken film allertijden op youtube, maar krijgt ook veel kritiek. De slachtoffers uit Noord Oeganda waren boos en teleurgesteld. Hun verhaal komt nauwelijks aan bod en de  diepere bedoeling achter de slogan ("Make Kony famous") ontgaat ze. Ik zelf vond de reportage tegenvallen. Op een paar mooie animaties na heeft het weinig visuele of dramatische zeggingskracht.  En  wat informatie betreft komt de campagnefilm niet verder dan dat Kony een boef is die iets met kinderen doet. Over
de bizarre leider van het Verzetsleger van de Heer zijn veel verhalen gemaakt die veel beter en meeslepender zijn.
    Kony is eigenlijk al vijftien jaar tamelijk beroemd, en dat is een tweede kritiekpunt. Er lopen in mislukte
staten als Colombia, Afghanistan en Congo bosjes Konys rond, bandieten met een ideologisch of religieus stokpaardje, die vrij spel hebben in gebieden waar de overheid het laat afweten. Kony is al jaren op de vlucht en vormt -anders dan de film suggereert- geen bedreiging meer. Toen ik twee jaar terug in Congo zat,  zwierf hij met zijn laatste getrouwen door een groot wildpark in de buurt. Ik heb nog overwogen om hem te zoeken. Het echte verhaal is waarom een opkomende, sterke staat als Oeganda Kony zo lang zijn gang heeft laten gaan.
     Verde
r is het irritant dat de maker zijn eigen zoontje erbij haalt om daarmee het verdriet invoelbaar te maken. Dit vanuit de helaas vaker voorkomende, tamelijk racistische en gelukkig onterechte veronderstelling dat de (blanke) kijker zich niet zou kunnen verplaatsen in het leed van Oegandese kinderen en ouders. Dat maakt de film tot platte, lege hulpverleningsporno. Ik geloof ook niet dat de miljoenen kijkers inderdaad later deze maand massaal posters en stickers zullen verspreiden, zoals de film wil.
     Zelf maakte ik onlangs een portret van Charles Taylor, de Liberiaanse warlord en een Kony in het kwadraat. Ook ik heb er voor gekozen om het leed van de slachtoffers in Liberia en Sierra Leone buiten beschouwing te laten en het verhaal te verplaatsen naar de Verenigde Staten, waar Taylor jarenlang woonde. Maar niet omdat ik denk dat de kijker wegzapt bij de bekende gruwelverhalen. In mijn verhaal brengen de verhalen van Taylors amerikaanse jeugdvrienden de kijker juist dichter bij het onderwerp, de psychopaat en oplichter Taylor. Binnenkort op TV, en daarna ook op internet. Nu maar hopen dat het net zo'n hit wordt als Kony.






Februari 2012 -
Met rode viltstiften tekenen ze bloed en tranen op elkaars gezichten. Even later zingt het groepje uitgeprocedeerden het somalische volkslied voor een publiek van grijze hanekammen. Aksievoerend Amsterdam heeft vanavond iedereen gemobiliseerd in dit voormalige kraakpand. Het is bedoeld als snoeiharde manifestatie tegen het uitzetbeleid, maar het wordt een rommelige reunie van hippies op leeftijd. Alsof de tijd hier heeft stilgestaan: Anti apartheids-veteraan Klaas de Jonge is er,
een miskend schrijver declameert een aanklacht tegen het vorige kabinet, verregende occupyers komen voor de veganistische maaltijd en het gratis biobier. Hier heerst de urgentie van de bejaardensoos en de Somaliers druipen al snel af.
   
Ik ben net begonnen met opnames voor een docu-serie over Somaliers in Nederland, en mijn onderwerp is opeens actueel. De uitgeprocedeerde Somalis haalden rond de jaarwisseling het nieuws met hun tentenkamp in Ter Apel, en vorige maand kondigde het kabinet aan de somalische softdrug qat te gaan verbieden. De handel in het stimulerende plantje veroorzaakt hier en daar wat overlast en het gebruik zou de integratie van Somaliers in de weg staan.
    Ik heb een paar keer geprobeerd qat te kauwen en het is me slecht bevallen. De smaak is bitter. Qatkauwers drinken tijdens de urenlange qatsessies cola of fanta om de wrangheid te verdrijven. De werking van qat is te vergelijken met een pittige espresso, redbull of nicotine. Het is niet verslavend. Je kunt zeggen dat qat de somaliers afhoudt van zinvolle dagbesteding zoals werk (zoeken), maar dan kun je de cafe's en coffeeshops overdag ook wel sluiten. Als het verbod straks van kracht is, vinden niet alle gebruikers opeens een baan. Dus zulen ze de verveling op een andere manier gaan verdrijven. 
    Het is volgens mij principieel onjuist om qat te verbieden in het liberale Nederland. Het is ook een verkeerd signaal naar de Somaliers toe. Volgens orthodoxe moslems zijn tabak en qat volgends de Koran net zo verboden als alcohol. Terreurbewegingf Al Shabaab, die grote delen van Somalie bezet, heeft qat uitgebannen. In Nederland willen we dat immigranten los komen van vastgeroeste religieuze tradities. Niet de Koran, de imam of de dominee maar jij zelf bent verantwoordelijk voor de morele keuzes die je maakt. Je vertaalt de regels van de islam of de Bijbel naar de tijd en de cultuur waarin je leeft. Dat betekent dat je op een volwassen manier leert om te gaan met genotsmiddelen. Voorlichting en regulering kunnen daarbij helpen. Het is onnederlands om iets maar te verbieden omdat een minderheid het niet aankan. Het qatverbod is dus eigenlijk een staaltje door de PVV gedoogde islamisering.


Januari 2012
- In de uitgestorven haven van Eilat (Israel) staan tienduizenden Japanse auto's te wachten op kopers. Voetbalvelden vol nieuwe Nissans en Honda's onder een dikke laag woestijnzand. Slechts een paar kilometer van strand en boulevard stuit ik op dit surrealistische beeld. Degelijke middenklassers voor onbepaalde tijd geparkeerd in de woestijn. Deze auto's worden waarschijnlijk nooit meer verkocht, nu de recessie in Europa doorzet. Ondertussen draaien de fabrieken in Azie door en staat een groeiende voorraad nieuwe auto's weg te roesten op entrepots over de hele wereld.
    's Avonds op mijn hotelkamer naar de nieuwste show van Hans Teeuwen gekeken, via de website van RTL. Het viel erg tegen. Teeuwen was in de jaren negentig vernieuwend en provocerend. Hij stak de draak met politiek correcte heilige huisjes. Na de moord op Van Gogh mengde hij zich in het "islam-debat" en brak een lans voor de vrijheid van meningsuiting.
    Maar inmiddels is dat allemaal normaal en Teeuwens rol is uitgespeeld. Hij realiseerde zich dit zelf ook en probeerde hetzelfde kunstje in Engeland, begon een tweede carriere als jazzzanger, maakte internetfilmpjes en speelt nu voor het eerst in zeven jaar weer een comeback cabaretprogramma.
    Teeuwen is een karikatuur van zichzelf geworden die met veel schreeuwen, schelden, gekke bekken, poep pies en schuttingtaal een gebrek aan echte grappen en verhalen probeert te maskeren. Er zaten best leuke en absurdistische passages tussen, maar we hadden het allemaal wel eerder gezien, en beter. De enige inhoud was een keurig, moralistisch liedje over de islam. 
    Eind vorig jaar werd bekend dat Teeuwens vriend cartoonist Nekschot stopt met tekenen. Nekschot kreeg korte tijd enige  bekendheid omdat hij ooit werd gearresteerd voor discriminatie, daarna raakten zijn humorloze, racistische tekeningen weer in de vergetelheid en nu gooit hij het bijltje erbij neer.
    Het nieuwe Nederland met zijn grimmige klimaat vraagt om een nieuwe generatie cabaretiers en cartoonisten. Want wat relativerende humor zullen we het komende jaar met de economische neergang goed kunnen gebruiken.

 


ARCHIEF MEDIABLOG 2011
HOME